Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Ruth Heuvelman - Kroon

Hoe creëer je een rijke talige speelleeromgeving in je groep?

Thema Circus

Woordweb ‘het circus’ gemaakt met de kinderen

Op basisschool de Tweeklank is het thema ‘Circus’ net gestart en ik mocht een kijkje nemen in de groepen 1/2. De leerkrachten zijn het thema begonnen door samen met de kinderen een woordweb te maken over het circus. Een mooie start van het thema om voorkennis op te halen en om zo ook een beeld te krijgen van wat de kinderen al weten en wat ze nog willen en kunnen leren.

Rijk ingerichte thematafel

Bij de start van het thema is een thematafel ingericht. Gedurende het thema nemen kinderen zelf ook materialen mee van thuis, zoals de trompetten, olifant en het masker. Het thema Circus en de thematafel gaat zo ook voor de kinderen steeds meer ‘leven’.

De ingerichte thematafel voor het thema circus met meegebrachte materialen van thuis

De woordkaarten

De woordkaarten die tijdens het thema gebruikt worden zijn geplastificeerd en liggen op de thematafel. Zo zijn ze goed bereikbaar voor zowel de leerkracht (voor bijvoorbeeld consolideeractiviteiten) als voor de kinderen. Het biedt de leerkrachten tegelijk ook visuele ondersteuning om de woorden terug te laten komen in spel en tijdens betekenisvolle activiteiten.

 

De geplastificeerde woordkaarten

Eigen inbreng van de kinderen

Clowns van klei met de kralen

De kinderen kwamen zelf met het idee om de clowns van klei verder te versieren met mooie gekleurde kralen. Een eigen initiatief van de kinderen waar de leerkracht graag gehoor aan gaf door de kralen toe te voegen bij de materialen, waardoor deze rijke betekenisvolle activiteit ontstond voor én door de kinderen.

De kinderen zochten vervolgens, op eigen initiatief, de woordkaart van de clown bij hun zelfgemaakte clowns van klei.

Kansen grijpen en creëren

Piste met dieren

Karin, locatieleider van de Tweeklank, vertelt enthousiast: Tijdens deze activiteit was een jongetje, dat normaal gesproken best bewegelijk is, heel geconcentreerd en betrokken deze piste aan het bouwen van de kapla. Het is zo mooi om te zien dat dan spelenderwijs de woorden terugkomen in het spel, door ons taalaanbod, door het stellen van vragen en door het creëren van taalruimte [1]. ‘‘Wat heb je al een mooie piste met dieren erin gemaakt. Denk je dat het publiek op de tribune de dieren in de piste zo goed kan zien? Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat het publiek het wel goed kan zien? Ja, dat klopt, door de tribune voor het publiek nog wat hoger te bouwen.

Gestapelde borden

Een ander voorbeeld is het stapelen van borden. We dagen de kinderen uit in hun spel en activiteit om net een stapje verder te gaan, de zone van naaste ontwikkeling [2]. ‘Je hebt nu een stapel van 3 borden en 2 bekers gemaakt. Probeer eens of je de stapel nog wat hoger kan maken, met nog 1 bord en 1 beker erbovenop.

Iedereen doet mee bij de inrichting

Op de gang, de gedeelde ruimte voor de twee groepen1/2 hebben we een basis neergezet voor de themahoek ‘het circus’. Het is heel mooi om te zien dat de kinderen zelf materialen van thuis meenemen om deze themahoek verder in te richten. Zo bouwen we, samen met de kinderen, de hoek en het spel steeds verder op en verdiepen en verbreden het thema en spel.

De circushoek op de gang met een kassa, piste en tribune.

De circushoek met echte materialen

De kinderen kopen, voordat de voorstelling begint, een kaartje bij de kassa. Daarna mogen ze als publiek plaats nemen op de tribune. Wij hebben dit als leerkracht eerst voorgedaan, zodat we een impuls geven aan het spel. Het is erg leuk om dat vervolgens terug te zien in het spel.

Contant betalen of pinnen

Een kaartje kopen voor het circus

Ze kunnen kiezen of ze contant willen betalen of pinnen. Daarna krijgen ze van de caissière een kaartje met een stoelnummer erop. Het publiek kan zo hun eigen plek opzoeken op de tribune. Ze kijken naar het nummer op hun kaartje en zoeken de stoel met bijpassend cijfer op. Ze kunnen plaatsnemen, de voorstelling gaat beginnen!

 

Op welk stoelnummer zit jij op de tribune?

 

Oefenen in de piste

Oefenen in de piste

Voordat de voorstelling begint is er door de kinderen natuurlijk al druk geoefend in de piste. Er liggen verschillende materialen klaar waar de kinderen mee aan de slag kunnen. Bijvoorbeeld als acrobaat, gewichtheffer, leeuwentemmer, ballerina of jongleur. Op de muur hangen voorbeelden van verschillende oefeningen die de acrobaten kunnen doen.

Zichtbaarheid van het thema in de groep

Leeshoek

Het thema is goed zichtbaar en komt terug in de verschillende hoeken in de groep. De boeken in de leeshoek zijn aangepast aan het thema Circus. De kinderen kunnen zich hier even rustig terugtrekken om een boekje te lezen. Er wordt veel gebruik gemaakt van deze prettige leeshoek.

 

Circusdieren in de bouwhoek

Bouwhoek

Ook de bouwhoek is aangepast aan het thema. Karin vertelt: ‘We hebben het er met de kinderen over gehad dat mensen van het circus altijd op reis zijn en daarom wonen in tenten, caravans en woonwagens. Zo laten we het thema ook in de bouwhoek terugkomen en kunnen de kinderen hier bijvoorbeeld een circustrein maken. Ook hebben we dieren toegevoegd aan deze bouwhoek, om zo het spel en de taal van de kinderen te kunnen verrijken.

De circusvoorstelling

Samen met de kinderen wordt er toegewerkt naar een circusvoorstelling voor de ouders. De leerkrachten laten de ideeën daarvoor zoveel als mogelijk vanuit de kinderen zelf komen. Zo wilden een aantal kinderen graag goochelaar zijn. Samen met de kinderen wordt er bedacht wat een goochelaar allemaal nodig heeft (de hoed, het konijn, de toverstok) en ook hoe ze dit kunnen maken en/of verzamelen. De kinderen mogen vervolgens zelf aan de slag om materialen voor hun circusact te gaan maken. Karin vertelt dat dit proces soms ook best spannend is voor de leerkrachten zelf. We moeten dit echt leren loslaten en het steeds meer vanuit de kinderen zelf laten komen. Maar als we dat doen, zien we de mooiste dingen gebeuren bij de kinderen én bij ons zelf.

De voorstelling in de circuspiste gaat bijna beginnen!

Tips voor een rijke talige speelleeromgeving

  1. Bekijk de inrichting van je lokaal eens kritisch. Is er voldoende uitdagend materiaal voor de kinderen aanwezig? En biedt de inrichting aanleiding tot het gebruik van rijke taal? Welke themawoorden komen terug in concrete en echte materialen in de verschillende hoeken?
  2. Zijn de kinderen betrokken bij de inrichting van het thema? Mogen zij meedenken met de inrichting van de hoeken, activiteiten en materialen? Bouw je het thema samen met de kinderen op of heb je de hoeken en activiteiten van te voren al alleen als leerkracht ingericht?
  3. Combineer verschillende materialen in de hoeken. Voeg bijvoorbeeld de (circus)dieren toe aan de bouwhoek. Of laat de kinderen de clowns van klei versieren met gekleurde kralen. Als je regelmatig materiaal toevoegt of combineert, blijven kinderen nieuwsgierig en kunnen zij weer nieuwe ontdekkingen en ervaringen opdoen.
[1] Je vindt hier meer informatie en een fragment over een rijk taalaanbod in je klas: https://www.klasse.be/132595/hoe-werk-je-aan-rijke-taal-in-de-kleuterklas/

[2] Zone van naaste ontwikkeling, Lev Vygotski, https://nl.wikipedia.org/wiki/Zone_van_de_naaste_ontwikkeling