Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Annemiek Hoppenbrouwers

Waarom heten ze niet meer vis

Thema: ‘echte gesprekken’ voeren met kinderen om de (tweede) taalverwerving te stimuleren: filosoferen met kinderen.

Op straat vang je de vreemdste gesprekken op. En als dat halverwege een wandeling is, kan dat zomaar aanleiding zijn tot allerlei filosofische overdenkingen. Want wandelen nodigt uit tot overdenken. Zoals laatst.

‘Dit is Nora, en daar gaat Lisa’, hoor ik een mannenstem vanachter een schutting in een villawijk (altijd leuk om in de dure wijken te lopen).

Dan is het even stil, tot ineens, een kinderstem: ‘Opa, waarom heten ze nu niet meer vis?’

Toen was het heel lang stil. Opa had geen antwoord.

Echte gesprekken

We hebben de neiging met jonge kinderen vraag-en-antwoord-taal te bezigen. Pratend met kinderen stellen we een vraag, waarop vaak maar één, juist antwoord mogelijk is. We denken dat we ze daarmee helpen, door het ze gemakkelijk te maken. Carolien Frijns, die onderzoek deed naar de verwerving van de Nederlandse taal bij Turkse migrantenkleuters, noemt dat non-productief taalgebruik ofwel ‘schoolse gesprekken’. Het stimuleert kinderen niet tot het leren van taal, en ze voelen zich ook niet echt serieus genomen als gesprekspartner.

Een stap daarboven is passief-productief taalgebruik: daarbij stel je een open vraag, die uitdaagt tot een uitgebreider antwoord. Maar na dat antwoord is het gesprek afgelopen, omdat je niet verder doorvraagt.

De beste gesprekken zijn volgens Frijns de actief-productieve gesprekken, die zij ‘echte gesprekken’ noemt. Daarin stel je open vragen waarmee je kinderen uitnodigt hun eigen ideeën te formuleren. Zo’n antwoord kan per definitie niet fout zijn. Het roept juist op tot doorvragen, omdat je de gedachtegang van het kind wilt begrijpen.

Echte gesprekken zijn beter voor de taalverwerving én voor zelfbeeld van het kind, omdat het zich een volwaardige participant in de klas voelt. 

Filosoferen met kinderen

Ik snap best dat opa geen antwoord had, maar hij had wél een vraag kunnen stellen. ‘Moeten ze niet allemaal een andere naam, net als jij en je broer?’ ‘Hoe zou jij ze willen noemen dan?’ ‘Wat denk je dat de vissen zélf zouden willen?’ ‘Hoe zouden de vissen elkáár noemen?’

Filosoferen met kinderen is dé manier om echte gesprekken te voeren en daarmee de (tweede) taalverwerving te stimuleren. In Engeland en Schotland wordt al sinds jaren onderzoek gedaan naar het effect van filosoferen met kinderen. Daaruit blijkt dat het IQ van kinderen die filosoferen in de klas met gemiddeld 7 punten stijgt. Bij leerlingen met een taalachterstand is deze stijging zelfs nog groter. Filosoferen met kinderen heeft impact op de ontwikkeling van tweetaligheid omdat het kinderen leert om hun gevoelens te uiten, complexe visies te delen en omdat het empathisch reageren vereist. Ook draagt filosoferen met kinderen bij aan het samenleven in een multiculturele samenleving. Kinderen worden er toleranter van, ze leren luisteren naar elkaar en begrip voor elkaar op te brengen. Deze resultaten houden langdurig aan.

Kun je met kleuters ook filosoferen?

Bij filosoferen denken we meteen aan ingewikkelde onderwerpen over goed en kwaad, waardenontwikkeling en vooral: abstract denken. Dat associëren we misschien niet direct met de kleutertijd. Maar iedereen die met kleuters werkt, weet hoe open en spontaan kleuters kunnen denken en praten over onderwerpen als ‘denken’, ‘niets’, god’, ‘gelijkheid’ of ‘respect’. Filosofie is in de eerste plaats verwondering. En als iets voor kleuters vanzelfsprekend is, is het verwondering.

Filosoferen met jonge kinderen is niet moeilijk. Er zijn geen foute antwoorden, maar ook geen foute vragen! Het enige wat je hoeft te doen is je verwondering te uiten, je oordeel op te schorten en het gesprek te stimuleren.

Tips om te filosoferen met kleuters:

  1. Verwonder!

Je hoeft alleen maar vragen te stellen. Oprechte vragen en vragen die kinderen helpen hun gedachten te formuleren.

  1. Schort je oordeel op

Er zijn geen goede of foute antwoorden. Dat betekent: je vindt er niks van. Je vindt het niet raar, of gek, of leuk. Het is niet nodig een oordeel te geven (dus ook geen positief oordeel). Je stelt gewoon een volgende vraag.

  1. Stimuleer het gesprek met elkaar en vraag door

Betrek meerdere kinderen in het gesprek, laat ze naar elkaar luisteren en op elkaar reageren. Vraag zoveel mogelijk door.

 

Op de website www.filosofiejuf.nl kun je veel materialen vinden waarmee je op een leuke en zinvolle manier kunt filosoferen met kleuters. Van prentenboeken en kaartspellen om mee te filosoferen tot lesbrieven en doorvraagkaarten (deze laatste zijn zelfs gratis te downloaden).

 

Frijns, C. (2017) ‘Echte gesprekken’ helpen anderstalige kleuters’ www.klasse.be

www.sapere.org.uk

www.filosofiejuf.nl