Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Annemiek Hoppenbrouwers

Het recht van de langstzittende

We hebben onze tent opgezet op een kinderrijke camping in Frankrijk. De campingbaas denkt dat vakantiegangers het wel leuk vinden om met hun eigen landgenoten op een veldje te staan, dus wij staan naast een Nederlands gezin. Aanwezig, luidruchtig, dominerend. In hun eigen bubbel. Kinderen die de hele dag schreeuwen en de vader die als hij zijn quotum alcohol op heeft, met ze mee gaat doen. Voorzichtig vragen wij of het iets zachter zou kunnen. Waar we het lef vandaan halen! We zijn pas een dag op deze camping en hij zit er al een week!

Ik dacht meteen aan nieuwkomers, vluchtelingen, migranten, mensen die ‘later zijn gekomen’. Het automatisme waarmee mensen denken dat ze als ‘langstzittende’ het recht aan hun zijde hebben. En wat dat dus betekent voor nieuwkomers. Wij doen dat hier zo en je hebt je maar aan te passen.

De kortst zittende

Als migrant loop je altijd een stap achter. Je bent nieuwkomer, de ‘kortst zittende’. Maar jonge migrantenouders kampen, zoals álle ouders doen, met vragen over de opvoeding van hun kinderen. Migrantenouders zitten vaak, nog meer dan hun kinderen, in een spagaat. Enerzijds willen ze dat hun kinderen gelukkig worden in de Nederlandse samenleving, anderzijds willen ze (de cultuur van) hun eigen ouders niet afvallen. Dat zorgt voor complexe loyaliteitsconflicten. Daarbij komt nog dat de omstandigheden waarin migrantengezinnen in Nederland leven vaak beduidend ongunstiger zijn dan die van autochtone gezinnen. Migrantengezinnen leven vergeleken met autochtone gezinnen ongeveer drie-en-een-half keer zo vaak onder de armoedegrens. Dus zonder te overdrijven kun je wel zeggen dat het opvoeden van hun kinderen voor migrantenouders gemiddeld genomen (nog) moeilijker is dan voor autochtone ouders.

‘Ze zijn niet betrokken’

Pedagogisch medewerkers en leerkrachten vinden het vaak moeilijk om contact te krijgen met migrantenouders. Als het contact na verschillende uitnodigingen niet tot stand komt, klagen ze: ‘Ze komen niet, wat we ook organiseren’. Of zelfs: ‘Ze zijn niet betrokken’. Uit een onderzoek van Pharos blijkt dat migrantenouders wel degelijk betrokken zijn. Als ze niet komen of niet reageren op uitnodigingen is dat geen desinteresse, maar het gevolg van het feit dat ze voelen dat ze de kortst zittenden zijn, een soort van schaamte of onwennigheid wordt het in het onderzoek genoemd. De ouders spreken de taal niet of weten niet hoe of waarover ze vragen kunnen stellen. Ouders denken vaak dat school of kinderdagverblijf hun eigen regels hebben, waar niet over te praten valt. Ze weten niet wat school van hen verwacht. Alle twaalf migrantenouders die in het onderzoek van Pharos zijn geïnterviewd geven aan een goed contact met school wel degelijk belangrijk te vinden.

Wat werkt: even lang zitten

In een ander onderzoek naar het bereiken van migrantenouders is vooral gekeken naar wat werkt. De succesvolste professionals benaderden migrantenouders niet op een speciale (doelgroepgerichte) manier, maar hielden wel rekening met de individuele verschillen zoals de culturele achtergrond van de ouders. Vaak hadden ouders behoefte om over hun problemen te praten (niet alleen de problemen met betrekking tot hun kind) en het versterkte de band als professionals hier tijd en ruimte voor maakten. Een andere belangrijke good-practice was het organiseren van leuke, laagdrempelige activiteiten voor ouders. Het is een makkelijke manier om ouders binnen te halen, waarna ze eerder professionals zullen benaderen met vragen.

Tips

Het klinkt als een open deur maar ook hier is ‘communicatie’ de sleutel tot succes. Ook migrantenouders willen graag betrokken worden, maar blijkbaar werkt de gebruikelijke manier van uitnodigen niet. Hoe breng je dan toch contact tot stand?

Het is belangrijk om alle ouders, dus ook ouders die ‘korter’ hier zijn, te benaderen vanuit een houding van ‘even lang zittend’:

  • Benader ouders voor een persoonlijk gesprek; als ze de taal slecht spreken, doe dat dan niet schriftelijk, maar mondeling.
  • Ga het gesprek met ouders aan met een open houding en spreek verwachtingen over en weer uit. Zorg dat je je bewust bent van je eigen (culturele) waarden en normen (ik ben de langstzittende!)
  • Vraag wat ouders een prettige manier vinden om het contact te onderhouden. Zoek hierin samen naar mogelijkheden en maak hierover concrete afspraken.
  • Vraag ouders gerust naar hun achtergrond. De ouders uit bovengenoemde onderzoeken die daarover bevraagd zijn, vonden dat prima, soms zelfs prettig.
  • Zoek met ouders naar mogelijkheden om hun kind thuis te begeleiden. Kijk wat mogelijk is en wat past bij zowel de ouders als het kdc/de school en maak hierover concrete afspraken.
  • Organiseer als het mogelijk is groepsbijeenkomsten voor ouders, bijvoorbeeld rondom een (opvoedings-)thema.

 

Hermans, A (2016) Ouderbetrokkenheid van nieuwkomers op twee Schiedamse basisscholen. www.kis.nl

Kamisetti, S. en van Leeuwen, M. (2015) Samen met de school ben je een team www.pharos.nl

Boekel, S. van (2009) Hoe kunnen migrantenouders beter worden bereikt? Universiteit Utrecht