Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Annemiek Hoppenbrouwers

Hoe islamitische ouders worstelen met de opvoeding in een polariserende samenleving

‘Mijn zoontje vertelde me dat hij samen met een Nederlands vriendje in een boom was geklommen en dat ze waren aangesproken door een buurman. Ik werd boos op hem: “Wil je dat nooit meer doen! Want hij heet Daan maar jij bent Rachid, dat is het verschil!” Ik vond dat moeilijk, want ook hoe ik met situaties omga, krijgen de kinderen natuurlijk mee. Maar ik weet dat als ze ouder zijn en die man had de politie gebeld dan is het zo dat jij bent Rachid en dat is Daan. En dat maakt een heel verschil in de manier van bejegening.’

De derde generatie

Ouders van Turkse en Marokkaanse achtergrond met kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar zijn veelal zelf in Nederland opgegroeid. Dat betekent dat hun kinderen inmiddels van de derde generatie zijn. Je zou verwachten dat het integratieproces per generatie makkelijker wordt. Niets blijkt minder waar. Uit recent onderzoek van Fontys Hogeschool voor Pedagogiek, waarbij groepen met Marokkaanse en Turkse moeders zijn geïnterviewd, is gebleken dat het opvoeden voor Turkse en Marokkaanse ouders in Nederland alleen maar moeilijker wordt in plaats van makkelijker. Hoewel het onderzoek zich richtte op de problemen die de ouders ervaren bij de opvoeding van pubers en adolescenten, vertelden veel moeders spontaan over de eerste ervaringen van uitsluiting die hun kinderen meemaakten. Meestal waren de kinderen dan nog geen 6 jaar oud. ‘Mijn kind ging voor het eerst naar school en ze kwam thuis met de vraag: “Mama, ben ik Turks?” Ze is zelfs nog nooit in Turkije op vakantie geweest.’

Onduidelijkheid neemt toe

De moeders denken dat opgroeien in Nederland nu veel moeilijker is voor hun kinderen dan vroeger voor henzelf. Vroeger was het duidelijk: thuis ben je Marokkaan of Turk, op school pas je je aan. Er was geen discussie, geen grijs gebied en geen overlap. Je hoefde geen verantwoording af te leggen aan de buitenwereld over hoe je leefde of de keuzes die je maakte. Nu leren ouders hun kinderen dat ze zichzelf mogen zijn en dat ze de discussie mogen aangaan als anderen daar iets van vinden. Die verandering maakt dat het niet alleen voor hun kinderen moeilijker is, maar ook voor henzelf. Zelf moeten ze ook een nieuwe weg zoeken, het voorbeeld dat ze hebben gehad van hun eigen ouders past niet bij opvoeding die de huidige samenleving vergt.

Islam als bron van ondersteuning

Veel Turkse en Marokkaanse vrouwen ervaren een grote verantwoordelijkheid en veel stress. Ze zorgen voor het huishouden en de opvoeding, maar werken vaak ook buitenshuis. Vroeger waren de vrouwen thuis, omdat dat vanuit hun cultuur van herkomst gewoon was. Heilige teksten, zoals de Koran, zijn voor veel interpretaties vatbaar. De moeders vinden veel inspiratie bij meer feministische interpretaties van de Koran, zoals die van Amina Wadud, een hoogleraar Islamstudies uit Virginia. Vanuit die interpretatie zijn alle mensen, dus ook mannen en vrouwen, gelijkwaardig. Voor de moeders betekent dit ook dat de taken eerlijk verdeeld moeten worden. Deze generatie vrouwen heeft net als hun man een betaalde baan, maar het werk thuis wordt niet verdeeld over beide. Veel Turkse en Marokkaanse vrouwen vinden het lastig om hier een weg in te vinden. Traditionele, cultuurgebonden normen (zoals de rolverdeling tussen mannen en vrouwen) zijn niet helpend voor de vrouwen. De Islam daarentegen is wél helpend en is daardoor voor huidige moeders een kapstok geworden. De Islam is de bron voor hun emancipatie.

Ook voor de opvoeding zoeken deze moeders steeds meer naar bronnen uit de Islam. Naast het volgen van het voorbeeld van de profeet, zoeken ze op websites en fora op internet naar hoe Islamitisch op te voeden in een westerse samenleving. In de eerste jaren is het belangrijk het kind zoveel mogelijk positief te bekrachtigen en een goede relatie op te bouwen. Pas vanaf een jaar of 6 moet het kind echt dingen gaan leren. Het belangrijkste doel daarbij is om een goede moslim te worden die verantwoordelijkheid draagt voor zichzelf en voor anderen, het goede doet en het slechte laat. De kinderen leren kritisch te denken en de juiste keuzes te maken. Dit kritisch denken is momenteel erg belangrijk omdat kinderen als ze ouder worden geconfronteerd worden met niet-Islamitische normen en waarden en daarin keuzes moeten maken (bijvoorbeeld rondom alcoholgebruik). Opvoeden gebeurt liefdadig en vergevingsgezind, kinderen mogen fouten maken. Als je moedig bent, kun je daarvan leren.

Steeds eenzamer

Vroeger waren er hechte familiebanden en was er veel ondersteuning vanuit de gemeenschap. De moeders ervaren die ondersteuning echter steeds minder. Ze zien ook dat hun kinderen veel minder steun vinden bij familieleden. Ze ervaren juist dat de druk vanuit de eigen gemeenschap toeneemt. Er is meer controle, gericht op of je een goede moslim bent. En als dat niet lukt, als er dingen misgaan, kom je daar dus niet zomaar mee naar buiten en ga je geen hulp vragen.

Daarbovenop worstelen ouders met het beeld dat er over hen heerst in de Nederlandse samenleving. Vooral de Marokkaanse moeders hebben hier last van. Ze voelen zichzelf aardig Nederlands en willen dat ook voor hun kinderen, maar de samenleving accepteert dat niet. Ze proberen dat uit te leggen aan hun kinderen, want ze willen hen beschermen voor discriminatie. Dus leren ze hun kinderen op te letten en zich bewust te zijn van het beeld dat Nederlanders over Marokkanen kunnen hebben. Maar tegelijkertijd merken dat ze hun eigen waarden daarmee geweld aandoen, zoals de moeder van Rachid.

Wat kun je doen: lotgenotencontact stimuleren

Voor al deze moeders staat één behoefte voorop: lotgenotencontact. Met elkaar praten over de moeilijkheden die ze ervaren in de opvoeding. Met elkaar sparren over hoe ze om moeten gaan met een dochtertje van vijf dat thuiskomt met de vraag of ze Turks is, terwijl je zelf juist probeert om geen item te maken van nationaliteit.

Als KDC of school kun je hierin een belangrijke rol spelen! Een ouderkamer is dé plek waar ouders elkaar kunnen ontmoeten op een laagdrempelige manier. Zorg voor een uitnodigende ouderkamer met thema’s die de ouders aanspreken. Je hoeft niet altijd iets te organiseren, je kunt ook open-inloop-ochtenden inlassen waarin ouders elkaar kunnen ontmoeten zonder een vast programma. Vooral dán kunnen ze hun eigen problemen met elkaar bespreken.

Als je geen ouderkamer hebt, kun je ouders binnen halen door ze een kopje thee aan te bieden en vervolgens bij elkaar achter te laten. Het is niet nodig dat je er zelf bij aanwezig bent. Integendeel juist: lotgenotencontact vraagt per definitie om de afwezigheid van niet-lotgenoten.

 

https://www.fontys.nl/actueel/onderzoek-grenzen-aan-opvoeding—-turkse-en-marokkaanse-gezinnen-in-een-polariserend-nederland/

http://www.kcgezinswetenschappen.be/sites/default/files/publicaties/islam_2015_dag3-02_ppt_hans.pdf

https://www.nrc.nl/nieuws/2017/05/17/het-is-tijd-dat-degenen-die-altijd-het-woord-hebben-luisteren-9187609-a1559078