Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

Kansrijke start met big data

Door: dr. Paul Mutsaers. Lector Diversiteit en (Ortho)pedagogisch Handelen (Fontys Hogeschool Pedagogiek).

Paul Mutsaers

 

Geboren worden zonder kansen, dat is het grootste onrecht dat een kind kan worden aangedaan. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport benadrukt dit met het actieprogramma Kansrijke Start: ‘Ieder kind verdient de best mogelijke start van zijn of haar leven en een optimale kans op een goede toekomst.’

 

 

Waar de toekomst van een kind tot voor kort nog moeilijk te voorspellen was, lukt dit nu steeds beter met gebruik van big data. Door computers los te laten op grote databestanden met daarin bijvoorbeeld gegevens over financiën, gezinssamenstelling, huiselijk geweld, schuldhulpverlening, schoolprestaties, justitiële contacten van ouders, jeugdgezondheid, etc., kan eerder worden besloten om kwetsbare gezinnen te ondersteunen. Niet gek dus dat het actieprogramma Kansrijke Start de rol van big data momenteel onderzoekt, met het oog op vroegsignalering en preventie.

Big data gebruik

Het gebruik van big data neemt enorm toe. Ook in het pedagogisch domein en het onderwijs. Het lukt alsmaar beter om met een aantal gegevens te voorspellen welke kenmerken van een gezin risicovol zijn voor (de toekomst van) een kind. Een goed voorbeeld is het programma Smart Start van zorgorganisatie Sterk Huis in Goirle, waarin onder andere met scholenorganisatie Xpect Primair wordt samengewerkt om (risico’s op) complexe problemen bij gezinnen vroegtijdig te signaleren. ‘We verwachten meer alertheid door het verzamelen van data,’ zegt Sterk Huis voorzitter Lian Smith in het vakblad ICT in het Sociaal Domein. ‘Als je in een buurt relatief veel slechte Cito-scores waarneemt en je ziet ook dat er in dezelfde buurt meldingen zijn gedaan van huiselijk geweld, word je met je neus op de feiten gedrukt.’

Toch gaan voorspellingen niet altijd goed. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de culturele achtergrond van een gezin van invloed is op hoe goed een voorspelling lukt. Het kan dus zomaar gebeuren dat een instrument wel werkt voor Nederlandse jongeren, maar niet voor Antilliaanse of Surinaamse jongeren in Nederland, zo blijkt uit onderzoek. Waar ligt dat aan? Die vraag proberen wij te beantwoorden met onderzoek in Curaçao, waar we met jongeren in gesprek gaan over hun levensloop, van de “eerste 1000 dagen” tot aan hun hedendaagse bestaan in een justitiële inrichting in Willemstad.

Casus: Michael

Zo spraken we ook met Michael over zijn eerste levensjaren. Michael is geboren in Curaçao, waar hij zijn eerste twee levensjaren doorbracht met zijn moeder en broers en zussen. Alle kinderen in het gezin van Michael hebben een andere vader. Michaels vader was vanaf dag 1 niet in beeld en ook met zijn moeder had hij weinig contact; zij moest immers veel werken om de financiële eindjes van het huishouden aan elkaar te knopen.

Als Michael drie is wordt hij om medische redenen naar Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) gebracht, waar hij enkele jaren bij zijn oma en oom woont. Daar maakt hij dingen mee die het daglicht niet kunnen verdragen. Hij is ooggetuige en slachtoffer van moord en seksueel geweld op straat.

Op zijn zesde wordt Michael teruggehaald naar Curaçao en gaat hij voor het eerst naar school. Zijn trauma’s stapelen zich op, maar van hulp, ondersteuning of therapie is geen enkele sprake. Hij voelt zich nergens thuis en spreekt over deze periode in zijn leven als uitermate verwarrend en instabiel: ‘ik wist niet wat ik deed’, ‘ik begreep het niet’. Ook wat betreft taal is Michael nergens op zijn plek; hij verhuisde van een tweetalig eiland (Papiamentu en Nederlands in Curaçao) naar een ééntalig eiland (Spaans in de Dominicaanse Republiek) en weer terug. Steeds werd hij niet door één of twee stabiele verzorgers opgevoed, maar door ooms, tantes, oma’s, buurvrouwen, oudere vriendjes, neven, etc.

Risicofactoren

In big data voorspellingen wordt het opgroeien in grote families en zonder één of twee stabiele verzorgers vaak als een risicofactor opgenomen. Dit lijkt ook bij Michael het geval te zijn, maar toch gaat dit niet helemaal op. In het gesprek met Michael en andere jongeren bleek niet zozeer de omvang van het familienetwerk het probleem te zijn, maar de verspreiding van dat netwerk over meerdere landen of zelfs continenten.

Jongens als Michael kijken nostalgisch terug op een goede oude tijd waarin familieleden nog niet waren vertrokken naar alle uithoeken van de wereld. De nabijheid van een uitgebreid familienetwerk wordt als beschermend ervaren, zeker als de (gescheiden) ouders hard moeten werken om rond te komen.

Hetzelfde geldt voor de factor “afwezige vader”, vaak aangeduid als een risicofactor, ook in Curaçao. Zonder de impact van een afwezige vader te ontkennen, lijkt een afwezige moeder vaak van grotere betekenis te zijn in de levensloop van Caribische kinderen. Zo ook bij Michael, die gedurende 4 jaar een boog van zo’n 20 eilandstaten verwijderd was van zijn moeder.

Terug naar Kansrijke Start. Als de ambitie is om met ondersteuning van big data alle kinderen een optimale kans op een goede toekomst te geven, moeten we recht doen aan de culturele diversiteit van opvoeding, ouderschap, hechtingsmechanismes en familiestructuren die er bestaat in de wereld—en daarmee ook in Nederland. Dit vraagt om meer onderzoek.

Tips voor pedagogisch medewerkers en leerkrachten

– Hoewel sommige zaken een risico zijn voor de ontwikkeling en kansen van ieder kind (denk aan huiselijk geweld), zijn andere risico’s cultuurafhankelijk. Waar een uitgebreid familienetwerk en collectief opvoeden een risico vormen voor de één, kunnen ze juist bescherming bieden aan de ander. Dat is afhankelijk van de opvoedcultuur waarin een kind wordt grootgebracht.

– Ben je bewust van je eigen opvoedcultuur. Voorkom dat je je eigen opvattingen over een “normale” gezinssamenstelling, hechting, sensitiviteit, ouderbetrokkenheid, etc. op kinderen en gezinnen projecteert.

– Heb speciale aandacht voor kinderen met ouders/verzorgers in het buitenland. Transnationaal ouderschap kan erg complex zijn voor kinderen.