Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Annemiek Hoppenbrouwers

Hoe een eeuwenlang trauma de kinderen van nu nog steeds beïnvloedt

De wereld is in de ban is van een hernieuwde strijd tegen racisme. Nederland staat bekend om zijn tolerantie, maar toch spreekt Rutte, voorzichtig weliswaar, van geïnstitutionaliseerd racisme. Geïnstitutionaliseerd racisme zit in de vezels van de samenleving, in de instituten maar ook in de mensen zelf. Het zit zelfs in de kinderen bij ons op de groep.

In het blog van 12 juni wordt beschreven hoe jonge kinderen al onderscheid maken tussen zwarte en witte poppen en hoe ze al een voorkeur hebben voor de witte pop. Ook zwarte kinderen kiezen voor de witte pop. Deze kinderen leven in zwarte families en in zwarte wijken. Hoe kan het dan dat ze kiezen voor de witte pop?

Familiepatronen

Om dit te begrijpen moet ik iets vertellen over de contextuele theorie. De contextuele theorie is ontwikkeld door Iván Böszörményi-Nagy, een Hongaars-Amerikaanse psychiater en psychotherapeut. In zijn werk met gezinnen ontdekte hij dat er in families patronen bestaan, die generaties terug al zijn ontstaan. Een meisje uit een gezin dat hij behandelde, deed op haar 14e een zelfmoordpoging. Toen hij met de ouders hun geschiedenis naging, bleek dat de moeder op haar 14e haar zusje was verloren. En toen hij aan de moeder vroeg om eens aan háár moeder te vragen wat er op haar 14e was gebeurd, bleek dat de oma van het meisje op haar 14e was verkracht. Dit lijkt misschien toevallig, maar Nagy (zoals we hem gemakshalve noemen), kwam tot de ontdekking dat elke familie dit soort patronen heeft. Als iemand iets heftigs heeft meegemaakt, heeft dat effect op de volgende generatie. Denk bijvoorbeeld aan tweedegeneratieproblematiek van de kinderen van joden die de holocaust hebben overleefd. Deze kinderen hebben zelf misschien een prima jeugd gehad, maar ze dragen een zwaar trauma met zich mee, dat niet te herleiden is naar hun eigen ervaringen.

Intergenerationeel trauma zit in de genen

Hoewel intergenerationeel trauma zeker beïnvloed wordt doordat getraumatiseerde ouders misschien soms minder sensitief-responsief kunnen reageren, ontdekten wetenschappers dat ook de genen van getraumatiseerde mensen veranderingen ondergaan (dit onderzoeksgebied heet epigenetica). Ze lieten zien, wat contextuele gezinstherapeuten allang wisten, dat langdurige stress en angstervaringen generaties lang biologisch worden overgeërfd. Hiernaar is veel onderzoek gedaan bij nakomelingen van slaven. Het traumatische verleden van hun voorouders zit nog steeds in de genen van de zwarte kinderen die wij momenteel in de groep hebben. Onderzoekers noemen dit het Posttraumatisch Slavernij Syndroom.

De epigenetici hebben hun onderzoek beperkt tot trauma, maar de ervaringen van Nagy laten zien dat ook andere ervaringen overerven van generatie op generatie. Soms zijn het gewoon familiethema’s of –patronen. Maar als die ervaringen door een groot deel van de bevolking gedragen worden en generaties lang blijven bestaan zoals bij slavernij het geval is, kunnen ze in een cultuur gaan zitten. We noemen dit ‘discours’, dat is de manier waarop in een samenleving de werkelijkheid wordt bepaald doordat denkbeelden als waar of geldend worden ervaren door de meeste mensen.

Beelden in de samenleving

Zo kunnen we begrijpen dat een gevoel van minderwaardigheid in het onderbewuste zit (dat heet geïnternaliseerd racisme) en naar boven komt als kinderen bijvoorbeeld een pop moeten kiezen. Je ziet dat dit gebeurt bij witte én zwarte kinderen, dus het ‘beeld’ (discours) dat gedurende eeuwen in onze samenleving is ontstaan rondom zwart en wit, zit in ons allemaal. Ook in witte mensen. Daarom spreken we nu van geïnstitutionaliseerd racisme: onze samenleving is er zelfs op ingericht. Nederlanders die hier al generaties lang wonen, ontkennen dat vaak en zeggen dat ze geen verschil maken. Maar ook Nederlandse kinderen zonder migratieachtergrond kiezen de witte pop, dus het zit ook in hen. We kunnen niet ontkennen dat we in elk geval het bééld herkennen.

Erkennen

Genezen van trauma is moeilijk en dat red je dan meestal ook niet in één mensenleven. Waar therapeuten het over eens zijn, is dat bewustwording het begin is. Trauma kan niet genezen zolang het in het onderbewuste blijft. En collectieve trauma’s, zoals het Posttraumatisch Slavernij Syndroom zitten in ons áller onderbewustzijn. Hier kun je dus als leerkracht of begeleider in de kinderopvang het verschil maken! Door het probleem te erkennen werk je eraan mee dat we ons er allemaal van bewust worden.

– Onderzoek je eigen onderbewuste op beelden over zwarte en witte mensen. Het hoeft niet meteen over vooroordelen te gaan, maar stereotypen heeft iedereen (die zijn namelijk nodig om te kunnen functioneren).

– Je hoeft niet te zeggen dat je geen verschil maakt tussen zwarte en witte mensen. Het is oké om wél verschil te maken. Je mag een zwart kind best eens wat extra aandacht geven; het is zwaar om met zo’n trauma te leven. De jonge kinderen van nu ervaren nog steeds de trauma’s van hun (voor)ouders.

– Eén van de krachtigste instrumenten uit de therapie van Nagy is erkenning: voor de pijn die de persoon óf diens voorouder is aangedaan. Bedenk maar eens hoe troostend het kan zijn als iemand tegen je zegt: ja, ik snap hoe zwaar het voor je moet zijn dat je moeder/vader… (vul maar in) heeft meegemaakt.

– Praat erover. We houden in Nederland van gelijkwaardigheid en tolerantie, maar dat kan ook omslaan in onverschilligheid. Maak de pijn bespreekbaar, dat is al voldoende. Kant en klare oplossingen heeft niemand en dat hoeft ook niet. De oplossing zit in het proces dat we met elkaar aangaan.

 

https://www.joydegruy.com/post-traumatic-slave-syndrome

Fromm, G (2012) Lost in transmission: Studies of Trauma Across Generations

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/je-opa-s-trauma-overerven/