Blog
Waarom is wachten zo moeilijk voor peuters?
Het is tijd voor het fruitmoment. De kinderen zoeken een plekje en de laatste spulletjes worden klaargezet. Lotte van twee jaar zit aan tafel en pakt een stuk fruit. “Nee Lotte, nog even wachten totdat iedereen aan tafel zit. Leg de druif maar neer”, zegt de medewerker, maar Lotte eet gewoon door. Haar zelfcontrole is volop in ontwikkeling. Het is heel normaal dat kinderen op die leeftijd reageren vanuit hun enthousiasme en eerste impulsen. Toch is het belangrijk om kinderen te helpen om een goede zelfcontrole te ontwikkelen.
Zelfcontrole: wat is het eigenlijk?
Zelfcontrole is het kunnen beheersen van je impulsen als de situatie hierom vraagt (zoals het wachten met het eten van de druiven in het voorbeeld hierboven) [2]. Het gaat dan om het kunnen reguleren van gedrag, emoties en het uitstellen van een directe behoeftebevrediging. De befaamde marshmallow taak die in een eerdere blog werd genoemd is een typisch voorbeeld van hoe zelfcontrole bij jonge kinderen gemeten kan worden. Er wordt dan aan kinderen gevraagd om te wachten met het eten van een marshmallow tot de onderzoeker terug is, zoals in dit filmpje.
Zelfcontrole en dagelijks functioneren
Zelfcontrole is een belangrijke vaardigheid waar je als mens de hele dag een beroep op doet. Denk bijvoorbeeld aan keuzes maken en prioriteiten stellen, en ons gedrag aanpassen aan wat gepast is in een situatie. Dat is belangrijk in ons dagelijks leven, zoals in sociale situaties, ons werk. Een minder goed ontwikkelde zelfcontrole kan leiden tot een slechtere gezondheid (zoals het hebben van obesitas), en een grotere kans op verslaving aan drugs of andere middelen. Ook kan het de kans op een lager inkomen vergroten of om in aanraking te komen met criminaliteit of riskant gedrag te vertonen (zoals rijden onder invloed) [1]. Zelfs op de jonge leeftijd van drie jaar blijkt zelfcontrole een voorspeller te zijn van de gezondheid, inkomen en crimineel gedrag op 32-jarige leeftijd. Maar
Zelfcontrole van Nederlandse peuters
In het Nederlandse pre-COOL onderzoek is een vergelijkbare taak gedaan met twee- en driejarige kinderen, maar dan met rozijnen en kleine cadeautjes. Deze zogenaamde wachttaak is aan de hand van een video-analyse eens grondig bekeken om de zelfcontrole van kinderen te meten. De taak ging als volgt:
Er werd een open doosje rozijnen op tafel gelegd (zo’n 25 cm van het kind vandaan) met de vriendelijke instructie “probeer de rozijnen niet aan te raken totdat ik klaar ben”. De onderzoeker draaide zich vervolgens één minuut om, om een andere taak af te ronden. Na de minuut mocht het kind de rozijnen opeten, ongeacht of het kind de rozijn al had aangeraakt (of zelfs deels opgegeten had). Het kind wist van tevoren niet dat het de rozijnen mocht opeten na afloop (dus een beloning kreeg). |
Als het kind de rozijn niet had aangeraakt binnen de tijd, werd dit gezien als het succesvol volbrengen van de taak. Zo’n 62 kinderen zijn tijdens deze wachttaak gefilmd. De onderzoekers analyseerden deze video’s seconde voor seconde om te bekijken welke strategieën kinderen gebruikten in het proberen de rozijn niet aan te raken [3]. Zo’n 70% van de kinderen slaagde erin de rozijnen niet aan te raken en hadden dus een hogere mate van zelfcontrole.
Zelfcontrole-strategieën van peuters
Kinderen die de rozijn niet aanraakten, gebruikten vergelijkbare strategieën om de minuut tijd te doden. Kort gezegd gebruikten ze strategieën om zichzelf af te leiden, bijvoorbeeld door niet naar de rozijnen te kijken of hun lichaam weg te draaien van de tafel. Vrijwel alle kinderen die de rozijnen niet aanraakten, deden dit. Een grote meerderheid van de kinderen was bovendien in staat om hun handen letterlijk te bedwingen. Ze hielden hun handen bijvoorbeeld onder de tafel of ze sloegen hun armen over elkaar. Andere kinderen hielden met één hand de andere vast of ze gingen op hun handen zitten. Dit zijn allemaal strategieën waarmee de kinderen zichzelf letterlijk hielpen om zelfcontrole toe te passen, door het zichzelf moelijker te maken om hun handen te gebruiken. Interessant is ook dat deze kinderen al in de eerste 10 seconden wegkeken of hun handen fysiek in bedwang hielden, waardoor ze het de hele minuut konden volhouden. De kinderen die het lastig vonden om van de rozijnen af te blijven, gebruikten juist andere strategieën, zoals het herhalen van de regel ‘niet aanraken’ of juist naar de rozijn kijken. Deze kinderen waren dus gefocust op de ‘verboden vrucht’. Het lijkt er dus op dat strategieën waarbij de aandacht wordt gericht op wat er níet mag, juist averechts werkt.
3 tips voor de praktijk
- Wachten hoort erbij, dus benoem dit gewoon
- Maak het wachten leuker! Zing bijvoorbeeld een liedje voor het fruit eten of doe een spelletje zoals ‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet.
- Laat kinderen hun handen gebruiken voor iets anders. Zo help je hen de neiging te onderdrukken iets te pakken dat ze (nog) niet mogen pakken. Speel bijvoorbeeld het spelletje ‘Pinkelen’ als ze nog even moeten wachten voordat ze fruit eten of met verf en kwasten aan de slag mogen.
Zie meer tips in eerdere blogs over het benutten van overgangsmomenten en in een blog over zelfsturing
Bronnen
[1] Moffitt. T. E., Arsenault, L., Belsky, D., Dickson, N., Hancox, Harrington, H., … Caspi, A (2011). A gradient of childhood self-control predicts health, wealth, and public safety. Proceedings of the National Academy of Sciences. Doi: 10.1073/pnas.1010076108 [2] Hofmann, W., Friese, M., & Strack, F. (2009). Impulse and self-control from a dual-systems perspective. Perspectives on Psychological Science, 4, 162-176. Doi: 10.1111/j.1745-6924.2009.01116.x [3] Mulder, H. van Ravenswaaij, H., Verhagen, J., Moerbeek, M., & Leseman, P. P. M. (2019). The process of early self-control: an observational study in two- and three-year-olds. Metacognition and Learning, 14, 230-264. Doi: 10.1007/s11409-019-09199-3Meer lezen?
Uitgave van Sardes: Zelfsturing als basis voor ontwikkeling, zie https://docplayer.nl/21969052-Zelfsturing-als-basis-voor-de-ontwikkeling-van-het-kind.html