Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

Coaching in de voorschoolse educatie (deel 2)

IJsbrand Jepma

Uit ons onderzoek [1,2] blijkt dat er nog belangrijke kansen blijven liggen voor de professionele ontwikkeling en persoonlijke groei van pedagogisch medewerker. De pedagogisch beleidsmedewerker of coach kan hier een grote rol in spelen, maar dan moet de coaching wel op een effectieve manier worden ingevuld. In deze blog neem ik je mee in de vijf kenmerken van effectieve coachingspraktijken en beschrijf ik hoe de ideale coach eruit ziet.

 

Vijf kenmerken van effectieve coachingspraktijken

Om coaching effectiever te maken in de voorschoolse educatie is het belangrijk de volgende vijf kenmerken toe te passen. En bedenk: het geheel is meer dan de som der delen. De kenmerken zijn afgeleid uit tientallen wetenschappelijke studies naar de effectiviteit van coaching [3,4,5].

  1. Opstellen van een individueel coachplan. Het is van belang dat er een plan is waarmee de coach en coachee beiden instemmen. Hierin worden de doelen, activiteiten en tijdpad benoemd. Ideaal gesproken draagt de coachee het eigen doel aan en specificeert zelf ook de benodigde kennis, vaardigheden of gedrag om dit doel te realiseren – uiteraard in interactie met de coach. Dit werkt motiverend. Ook datgeen wat de coachee doet in de tussenliggende tijd tussen de verschillende coachingsmomenten krijgt een plaats in het gepersonaliseerde coachplan. Idealiter wordt er een logboek aangelegd waarin zowel de coach als coachee bijhouden hoe het ontwikkelingsproces verloopt, wat goed gaat en lastig is.
  2. Observeren in de praktijk. De coach gaat tijdens observaties in de alledaagse uitvoeringspraktijk na of en in hoeverre de coachee nieuwe competenties, strategieën of ideeën nodig heeft (als input voor een coachplan) of heeft toegepast (als onderdeel van een coachingstraject). Omgekeerd kan de coach een handeling voordoen (bijv. het begeleiden van een kind bij het maken van een zelfstandige keuze voor beleg op een boterham), waarbij de coachee degene is die observeert. Modelleren (‘modeling’), ofwel voordoen, afkijken en nadoen is onderdeel van een effectieve coachingspraktijk.
  3. Uitvoeren van acties in de praktijk. Het is nodig spontane of afgesproken activiteiten in de alledaagse uitvoeringspraktijk op de groep uit te voeren die de coachee in staat stellen de nieuwe competenties, handelingen of ideeën in te oefenen of te verfijnen. Pedagogisch medewerkers hebben veiligheid, vertrouwen en tijd nodig om te kunnen groeien.
  4. Reflecteren op eigen handelingsrepertoire. Het is wenselijk dat coachees leren om eigen competenties en strategieën te toetsen aan praktijken die buiten de eigen ervaringswereld liggen. Is mijn gedrag, zijn mijn keuzes in overeenstemming met wat bekend is uit onderzoek en/of professionele standaarden? Coaches zullen dus de vakliteratuur bij moeten houden en gerichte literatuuronderzoek moeten doen naar de onderwerpen waarop wordt gecoacht. De ontsluiting van en koppeling tussen de wetenschappelijke kennisbasis en eigen opvattingen van pedagogisch medewerkers is onmisbaar bij hogere vormen van professionele ontwikkeling.
  5. Feedback geven. De coach geeft informatie terug aan de coachee, die zich hierbij baseert op de directe observaties op de groep, de logboekgegevens en de stand van zaken in onderzoek met betrekking tot het doel waaraan wordt gewerkt. Hoe gaat het (feedback), waar ben je onderweg naartoe (feed up) en hoe kun je verder met het ingeslagen ontwikkelpad (feed forward) zijn daarbij belangrijke vragen?

 

“Het onderhouden van een goede en veilige relatie met de pedagogisch professional is beter dan controle over de ander uitoefenen.”

 

Vijf eigenschappen van goede coaches

Naast kenmerken van effectieve coachingspraktijken zijn er vijf eigenschappen van coaches (‘the big five’) die behulpzaam zijn bij het realiseren van effectieve coachingspraktijken. Ook hier ligt veel onderzoek aan ten grondslag. Al deze eigenschappen dragen bij aan het succes van een coachingstraject.

  1. Consciëntieus. Een goede coach is verantwoordelijk, punctueel, georganiseerd, betrouwbaar, hardwerkend, voorspelbaar en zorgzaam.
  2. Extravert. Sociaal, vriendelijk, spraakzaam, hartelijk, warm en een prettig gevoel voor humor zijn eveneens eigenschappen die van pas komen voor een coach.
  3. Aangenaam. De coach is hoffelijk, flexibel, vertrouwenwekkend, genereus, respectvol en inschikkelijk in de omgang met pedagogisch professionals.
  4. Open. De coach is eveneens toegankelijk, objectief, onafhankelijk, aanpasbaar, vernieuwend, wendbaar, open minded en fantasievol.
  5. Emotioneel stabiel. Kalm, ontspannen, veilig en gelijkmatig zijn andere eigenschappen die een professionele coach passen.

 

Slotsom

Coachen is een vak. Er is op dit punt veel variatie in de praktijk van voorschoolse educatie, met meer of minder effectiviteit in termen van de bijdrage aan de professionele ontwikkeling en persoonlijke groei voor pedagogisch medewerkers. Tegen dit gegeven is het interessant om eens voor jezelf, of je nu coach of pedagogisch medewerker bent, na te gaan in welke mate de coachingspraktijk van jullie organisatie tegemoet komt aan de effectieve kenmerken en eigenschappen van de coach. Is er nog ruimte voor verbetering?

 

Lees je met plezier onze blogs en wil je dat graag blijven doen? Help ons dan door in 4 minuten wat vragen te beantwoorden. Om nieuw materiaal te kunnen blijven maken, is het belangrijk om te weten of onze blogs gelezen en gebruikt worden door het veld. Geef ons daarom feedback en vertel over welke dingen jij graag nieuwe blogs wilt zien! Klik hier om onze vragen te beantwoorden. Alvast bedankt!

 

[1] Jepma, IJ., Esch, R. van, Geus, W. de & Schuurman, T. (2022). Monitor Implementatie en besteding gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Meting 3: de pedagogisch beleidsmedewerker in de voorschoolse educatie. Utrecht: Sardes/Oberon.

[2] Esch, R. van & Jepma, IJ., m.m.v. J. Lohman (2022). De pedagogisch beleidsmedewerker voorschoolse educatie. Onderdeel van het EVENING-onderzoek. Utrecht: Sardes.

[3] Gupta, S. S., & Daniels, J. (2012). Coaching and professional development in early childhood classrooms: Current practices and recommendations for the future. NHSA Dialog, 15(2), 206-220.

[4] Pianta, R., Hamre, B., Downer, J., Burchinal, M., Williford, A., LoCasale-Crouch, J., Howes, C., La Paro, K., & Scott-Little, C. (2017). Early Childhood Professional Development: Coaching and Coursework Effects on Indicators of Children’s School Readiness. Early Education and Development, 28(8), 956–975.

[5] Theeboom, T., Beersma, B., & van Vianen, A. E. M. (2013). Does coaching work? A meta-analysis on the effects of coaching on individual level outcomes in an organizational context. Journal of Positive Psychology, 9(1), 1-18.