Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Eline de Groot

Waarom je niet moet doen alsof je Pluisje hebt weggegeven.  

Bijna alle kinderen beginnen vroeg of laat wel eens over de dood. Een huisdier, opa of oma, een bekende of misschien een personage uit een film. Vandaag vertelt dr. Nienke Endenburg – GZpsycholoog en universitair hoofddocent op het gebied van mens-dier relaties aan de Universiteit Utrecht – over het belang van praten over de dood van een huisdier en ze geeft tips over hoe je dit het beste kunt doen met jonge kinderen.

Nederlanders zijn grote dierenliefhebbers. Maar liefst 86% van de Nederlanders heeft nu een huisdier of in het verleden een huisdier gehad [1]. Bijna alle kinderen in Nederland hebben een huisdier of kennen iemand met een huisdier. Kinderen met een huisdier vertellen in 80% van de gevallen nare dingen eerst aan hun huisdier voor ze naar een volwassene gaan [2]. In andere woorden; dieren zijn vaak vertrouwenspersonen voor kinderen en kinderen kunnen op die manier een diepe band met dieren vormen.

Vanwege deze band, is het belangrijk om kinderen niet alleen te leren hoe ze voor een dier moeten zorgen als het leeft, maar ook uit te leggen wat het betekent als een dier overlijdt. De dood van een huisdier is namelijk vaak de eerste keer dat kinderen met de dood te maken krijgen. Dit moment kan lastig zijn voor de volwassenen om het kind heen – ouders, pedagogisch medewerkers en dierenartsen. Volwassenen kunnen het bijvoorbeeld moeilijk vinden om over de dood te praten. Het kan dan makkelijker lijken om de pijn van het kind weg te nemen door een verhaal te verzinnen. Echter, door te doen alsof je Pluisje hebt weggegeven, ontneem je een kind de kans om te leren over de dood, terwijl we allemaal vroeg of laat iets gaan meemaken dat met de dood te maken heeft.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de dood voor kinderen geen taboe onderwerp is en dat kinderen het niet moeilijk vinden om over de dood te praten [2]. Wel is het belangrijk om te beseffen dat kinderen hier begeleiding bij nodig hebben. Wat je niet duidelijk uitlegt, kunnen kinderen zelf gaan invullen met hun fantasie en die is soms gruwelijk. Door op een duidelijke manier over de dood te praten, kun je kinderen laten zien dat ze bij jou terecht kunnen als ze een zwaar onderwerp te bespreken hebben. Daarnaast kun je ze helpen om goede manieren te ontwikkelen om met de dood om te gaan als ze ouder zijn.

Hoe praat je over de dood?

Maar hoe praat je op een passende manier met een kind over de dood? Eigenlijk is het zo ‘simpel’ als dat; praat erover. Een fijn startpunt kan zijn om vragen te stellen over het huisdier:

  • Hoe heette het huisdier?
  • Hoe zag hij/zij eruit?

Daarna kun je doorvragen over de ervaringen van het kind rondom het overlijden van het huisdier. Probeer hier echt de tijd voor te nemen:

  • Hoe is Pluisje dood gegaan?
  • Wie waren erbij toen het gebeurde?
  • Hoe was het voor jou?
  • Wat hebben jullie met Pluisje gedaan nadat ‘ie dood was?
    • Was er een begrafenis? Heb je het versierd? Ga je nog wel eens naar het graf toe?

Als het onderwerp in de klas of groep ter sprake komt, voel je dan ook vrij om andere kinderen erbij te betrekken en ze te laten vertellen over hun eigen ervaringen.

Praktische tips en adviezen

Als je in de klas of groep in gesprek wil gaan over de dood, is het goed om de volgende dingen in gedachte te houden:

  1. Wees duidelijk en gebruik duidelijke woorden. Woorden als ‘inslapen’ of ‘euthanasie’ kunnen verwarrend zijn voor kinderen. Een beschrijving, bijvoorbeeld ‘helpen met doodgaan, wanneer een dier oud of ziek is’, is dan duidelijker.
  2. Kinderen zijn ‘kleine wetenschappers’ ze begrijpen een onderwerp als de dood door het te onderzoeken. Kinderen kunnen de volgende dingen fijn vinden om te doen of te bespreken:
    • Sommige kinderen zullen het dier na een tijdje opgraven om te kijken hoe het eruit ziet.
    • Het kan fijn zijn om bij de dierenarts naar het hartje te luisteren voor het dier overlijdt en erna, om te begrijpen dat het echt niet meer leeft.
    • Kinderen zullen dingen willen bespreken als ‘Wat gebeurt er als een dier doodgaat?’, ‘Wat is helpen met doodgaan?’ en ‘Hoe ziet een dier eruit voordat het doodgaat?’ (bijvoorbeeld oud of ziek).
  3. Wees eerlijk, ook als je het niet weet. Niemand weet bijvoorbeeld zeker wat er na de dood gebeurd.
  4. Het is oké als kinderen verdriet hebben. Dit komt vaak in golven. Soms gaat het ineens over en soms komt het ineens opzetten.
  5. Het is oké om zelf verdriet te hebben en over je eigen ervaring en emoties te vertellen.
  6. Bereid je voor op vragen die kinderen kunnen hebben. Twee veel voorkomende vragen zijn:
    • Komt het dier weer terug?

Tot ongeveer 7 jarige leeftijd denken kinderen dat je terug kan komen na de dood [2]. Dan zou je kunnen uitleggen dat de dood voor altijd is. Het hartje klopt niet meer en ze kunnen bijvoorbeeld nooit meer met het dier spelen. Wel kunnen ze herinneringen aan het dier ophalen door erover te praten en foto’s of filmpjes te bekijken, maar het wordt nooit meer zoals het was.

    • Waar is het dier nu?

Het antwoord dat je op deze vraag geeft, hangt af van de levensovertuiging van de school of het kinderdagverblijf waar je werkt. Denk dus van te voren na wat in jouw omgeving gebruikelijk is om hierop te antwoorden. Vertel bijvoorbeeld dat kinderen altijd aan het dier kunnen denken en dat het op die manier altijd bij hun is.

  1. Heb aandacht voor verschillende culturen. In sommige culturen is euthanasie bijvoorbeeld niet toegestaan. Kinderen kunnen dus verschillende ervaringen hebben bij het overlijden van een huisdier of naaste.
  2. Doe iets creatiefs, zodat het kind zich op die manier kan uiten:
    • Maak een tekening of schilderij van het dier.
    • Laat kinderen een foto van hun dier meenemen.
    • Richt een klein gedenkhoekje in voor overleden dieren en andere overleden dierbaren.
Referenties
[1] https://dibevo.nl/kenniscentrum/huisdieren-in-nederland

[2] Hawkins, R.D., Williams, J.M., (2017). Childhood attachment to Pets: Associations between pet attachment, attitudes to animals, compassion, and humane behaviour. Int J Environ Res Public Health 14(5), 490.

Schmidt, M., Naylor, P.E., Cohen, D., et al (2020). Pet loss and continuing bonds in children and adolescents. Death Studies 44(5), 278-284.

Verder lezen

Boekentips:

  • Derk das blijft altijd bij ons – Susan Varley
  • De mooiste begrafenis van de wereld – Ulf Nilsson & Eva Eriksson