Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Uncategorized

Laten we samen creatief zijn!

In deze blog vertelt onderzoeker Francesca Ranalli over haar onderzoek naar het ontwerpen van buitenruimtes samen met kinderen. Onderaan de blog geeft ze tips over hoe jij zelf met jouw groep of klas kan nadenken over de buitenruimte.

Je handen of voeten beschilderen, samen tekenen en kleuren, modellen maken met houten stokjes en kleine steentjes, of zandkastelen bouwen. Zo ben ik opgegroeid en zo heb ik tijdens mijn jeugd mijn ouders met mijn ideeën verrast!

Onze steden, dorpen en buurten hebben speeltuinen of zijn zogenaamd ‘kindvriendelijk’. Deze ruimtes worden echter meestal ontworpen en bedacht door volwassenen. We horen vaak over ‘inclusieve burgerparticipatie’, maar daarin worden kinderen en jongeren niet altijd meegenomen. Toen ik me dit voor het eerst realiseerde, besloot ik kinderen te betrekken bij het ontwerpen van steden via kunst en creatieve methoden. Ze verrasten me, en vandaag mag ik jou meenemen in dit proces!

Kinderen en het recht op kunst

Kunst is belangrijk voor kinderen, omdat het bijdraagt aan de individuele emotionele ontwikkeling. Kinderen gebruiken kunst om hun verlangens en angsten uit te drukken en te leren begrijpen [1]. Afhankelijk van de vaardigheden die nodig zijn, kunnen kunstprojecten met kinderen van alle leeftijden worden uitgevoerd. Zo heeft een groot internationaal project kortgeleden verschillende kunstmethoden gebruikt om jonge kinderen te helpen om hun stem te laten horen [2].

Het VN-Comité voor de Rechten van het Kind [3] heeft vastgesteld dat het de verantwoordelijkheid van volwassenen is om jonge kinderen de kans te geven om hun mening te uiten over zaken die over hen gaan – zoals bijvoorbeeld de inrichting van speeltuinen. Hierbij moeten we ons aanpassen aan ‘de belangen, het begripsniveau en de communicatievoorkeuren’ van het kind [2]. Een goede manier om hierop aan te sluiten zijn creatieve, op kunst gebaseerde methoden [4].

In mijn onderzoek vroeg ik aan kinderen en jongeren hoe zij de plekken voor zich zien die in hun buurt echt ‘van hun’ zijn. Hiervoor werkten we samen met kinderen (van 6 tot 12 jaar) van vier basisscholen, kunstenaars en videomakers in Almere Poort.

Aan de slag met het verkennen van ruimtes

Op de eerste dag begonnen we met een wandelgesprek, waarbij ik de kinderen liet vertellen over de plekken waar ze dagelijks liepen; de routes van hun huis naar scholen en speeltuinen. Ook vroeg ik welke speeltuinen ze het liefste bezochten. Door dit wandelgesprek leerden de kinderen hoe ze “mentale kaarten” [5] konden tekenen om te laten zien hoe ze naar hun omgeving kijken.

Na het wandelgesprek kregen de kinderen de tijd om een speeltuin naar keuze te verkennen en erin te spelen. Tijdens het spel kwamen ze meer in contact met de plek en konden wij – de onderzoekers – ze observeren. Deze combinatie van gesprekken, observaties en activiteiten zorgen ervoor dat kinderen hun eerdere ervaringen met een plek gemakkelijker kunnen herinneren en delen [6].

Beeldende kunst: tekeningen en modellen

Op de tweede en derde dag gingen we eerst klassikaal en vervolgens met individuele kinderen in gesprek over hun ervaringen in de buurt. Hiervoor gebruikten we een vragenlijst over buurtplekken zoals scholen, speeltuinen en hun route van huis naar school.

Op de vierde dag spraken we met de kinderen over hun verlangens en behoeften. Daarna vroegen we hen om een model te maken van de buitenruimte zoals zij die voor zich zagen. Hiervoor konden ze gebruik maken van veel verschillende materialen, zoals houten stokjes, karton, lijm, steentjes en aluminiumfolie. Ondertussen waren we in gesprek met kinderen over wat ze aan het maken waren en we maakten video opnames, waarop de kunstenaar later kon zien en analyseren hoe de modellen tot stand waren gekomen.

De betekenis van de tekeningen analyseren

We verzamelden 52 tekeningen van kinderen en sorteerde deze in drie categorieën:

1) groene gebieden en water (natuur);

2) speeltuinen en veilige en creatieve ruimtes;

3) ontmoetingsplekken, commerciële plekken en gebouwen.

Parken, groene gebieden en water waren een veelvoorkomend thema in de modellen van de kinderen. De meeste kinderen gebruikten vooral onderdelen van plekken die ze al kenden in hun modellen en tekeningen. Zo maakte één van de kinderen een winkelstraat in de buurt na, waaraan hij kunstwerk toevoegde op een plek die veel betekenis voor hem had. Een klein aantal kinderen voegden meer fantasierijke elementen toe aan hun ontwerpen. Een van de kinderen tekende bijvoorbeeld een gebouw met menselijke kenmerken – waaronder ogen.

Hun ruimte terugwinnen

In de eerste dagen van het onderzoek hebben de kinderen herinneringen over en ervaringen met de buitenruimte gedeeld. In de volgende dagen konden ze fantaseren over het opnieuw inrichten van de ruimtes en over de ervaringen die ze zouden willen hebben. We eindigden het project met het maken van een kunstwerk op een plek die belangrijk was voor de kinderen en waar ze zich meer welkom en veilig wilden voelen om te spelen. De kinderen kozen een plek dichtbij hun scholen en de buurtwinkelstraat waar ze vaak met hun ouders naartoe gingen. Het is belangrijk voor kinderen om het gevoel te hebben dat er ook voor hun plek is in de stad. Kinderen hebben altijd in stedelijke gebieden gewoond, maar er is een sterke afname in de bewegingsvrijheid van stadskinderen in de openbare ruimte [7].

Buurten voor alle leeftijden

Na deze ervaring hebben we een vergelijkbare project gedaan met tieners in New York en in Almere Poort. Voor dit project hebben we de Isaac Roet Prijs gekregen voor het versterken van jongeren in hun lokale omgeving. In de South Bronx besloten de jongeren die betrokken waren om te werken met schilderen en tuinieren, terwijl de groep in Almere een ruimte voor henzelf in het park wilde co-ontwerpen.

We hebben ook een project gedaan met een gemengde groep van 10-jarige kinderen en volwassenen (van 50 tot 65 jaar). Na een wandelgesprek, konden ze via tekeningen delen welke betekenis bepaalde buurtplekken voor hen hadden en welke verlangens ze hadden. Hieruit kwam dat ze verlangden naar “ruimtes voor alle levensfases”. Onderzoek wijst inderdaad uit dat we kinderen en volwassenen niet als aparte groepen moeten beschouwen en dat we de ruimtes die ze gebruiken niet bij voorbaat van elkaar moeten scheiden [8]. In Nederland zijn al enkele initiatieven waar kinderdagverblijven worden gecombineerd met dagbesteding voor ouderen [9-12].

Wat ga ik doen… 

Het volgende dat ik wil doen is begrijpen hoe visuele kunstmethoden kunnen bijdragen aan het bevorderen van het gemeenschapsgevoel en het gevoel van ‘erbij horen’ van kinderen en jongeren. Als je het leuk vindt om hier meer over te weten of om mee te doen, kun je me een berichtje sturen!

…en wat kan jij doen?

Als je zelf aan de slag wil om samen met jonge kinderen op een creatieve manier hun buitenruimte te verkennen, dan hoop ik dat je inspiratie hebt gehaald uit de methodes die ik heb beschreven. Ga met kinderen op pad en stel vragen over wat ze om zich heen zien. Geef ze de tijd en ruimte om hun omgeving echt te verkennen. Dan kunnen ze je vaak nog beter vertellen waarom ze iets wel of niet leuk vinden. Daarna kan je de kinderen met verschillende materialen hun gefantaseerde buitenruimte laten knutselen of misschien kunnen jullie iets maken (bijvoorbeeld van natuurlijke materialen) om als kunstwerk aan de buitenruimte toe te voegen.

 

Ons motto: Kinderen kunnen het stadsontwerp* inspireren als ze de kans krijgen!

*Maar eigenlijk het ontwerp van elke buitenruimte, bijvoorbeeld ook van de buitenplaats van jouw kinderdagverbijf, opvang, of school!

Verder lezen

Kijk ook eens naar onze andere blogs over buitenruimtes en buitenspelen:

https://earlyyearsblog.nl/2024/09/06/buitenspelen-op-de-bso-zo-doe-je-dat/

https://earlyyearsblog.nl/2020/05/15/de-kracht-van-buitenspelen/

 

Of naar onze blog over hoe jij kinderen een stem kunt geven:

https://earlyyearsblog.nl/2024/11/15/kinderrechten-luisteren-naar-de-mening-van-kinderen/

Referenties
[1] Drouet, V., Perrin, V., Hassig, R., Dufour, N., Auregan, G., Alves, S., … & Déglon, N. (2009). Sustained effects of nonallele‐specific Huntingtin silencing. Annals of Neurology: Official Journal of the American Neurological Association and the Child Neurology Society65(3), 276-285.

[2] Blaisdell, C., Arnott, L., Wall, K., & Robinson, C. (2019). Look who’s talking: Using creative, playful arts-based methods in research with young children. Journal of Early Childhood Research17(1), 14-31.

[3] VN-Comité voor de Rechten van het Kind (2005: par. 14c)

[4] Alderson, P. (2008). Young children’s rights: Exploring beliefs. Jessica Kingsley Publishers.

[5] Lynch, K. (1960). The image of the environment. The image of the city11, 1-13.

[6] Veitch, J., Flowers, E., Ball, K., Deforche, B., & Timperio, A. (2020). Exploring children’s views on important park features: A qualitative study using walk-along interviews. International Journal of Environmental Research and Public Health17(13), 4625.

[7] Karsten, L., & Felder, N. (2016). De nieuwe generatie stadskinderen: ruimte maken voor opgroeien. Rotterdamnai010 uitgevers.

[8] Visser, K., & Tersteeg, A. K. (2019). Young people are the future? Comparing adults’ and young people’s perceptions and practices of diversity in a highly diverse neighbourhood. Tijdschrift voor economische en sociale geografie110(2), 209-222.

[9] https://netwerkkindcentra.nl/actueel/integraal-kind-en-oudercentrum-noord-scharwoude-ikoc/

[10] Kuipers, S. (2021). Scharrelen op de boerderij: Een boerderij met een kinderdagverblijf, dagbesteding voor ouderen en een bso. Kinderopvang31(9), 10-12. https://link.springer.com/article/10.1007/s41189-021-1109-1

[11] https://www.nuenen.nl/leeflandgoed-opwetten-prachtplek-voor-mensen-met-dementie

[12] Bergwerff, M. (2023). MET DE opa’s en oma’s. Kinderopvang33(7), 18-19. https://link.springer.com/article/10.1007/s41189-023-1986-6