Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Bodine Romijn

Voor de liefste mama(s?)

“We gaan vandaag een hart knutselen voor Moederdag, pak allemaal maar een blaadje” zegt de juf. Miran pakt twee blaadjes van de stapel. Loek ziet het gebeuren en spreekt Miran aan: “Je mag maar één blaadje pakken, zegt de juf”. Miran reageert: “Maar ik heb er twee nodig, want ik heb twee mama’s”.

Het zijn jaarlijks terugkerende tradities: Moederdag en Vaderdag. Maar hoe zorg je ervoor dat je deze tradities viert op een manier die inclusief is, en dus voor elk kind (en elke ouder) fijn is? In deze blog zetten we een aantal praktische tips op een rijtje. Heb je hier afgelopen week niet over nagedacht met Moederdag? Geen zorgen, volgende maand krijg je met Vaderdag weer een kans!

Bewustwording: zoveel kinderen, zoveel mama’s

Een belangrijke eerste stap in inclusie is de bewustwording van het feit dat er verschillen tussen mensen zijn [1]. Hoewel biologisch gezien elk kind een ‘moeder’ heeft, heeft het woord moeder niet voor elk kind dezelfde betekenis. En niet elke relatie met de moeder is hetzelfde. Dat geldt bijvoorbeeld voor gezinnen zoals die van Miran, waar er twee mama’s zijn. Maar denk ook aan gezinnen waarbij de moeder niet meer in beeld is, bijvoorbeeld door een complexe scheiding of een uithuisplaatsing, of er sprake is van een moeizame relatie. Of gezinnen waarbij de moeder is overleden of (nog) in een ander land woont. Als je dan voor iedereen dezelfde activiteit organiseert, loop je het risico dat je kinderen met een andersoortige gezinssamenstelling met een vervelend gevoel achterlaat. Voor een fijne ervaring voor elk kind doorloop je elk jaar de volgende 4 stappen:

Stap 1: Breng de gezinssamenstelling van je kinderen in kaart

Moederdag richt zich standaard op die gezinnen waar er sprake is van één aanwezige moeder, die een warme band heeft met haar kind. Zet eens op een rijtje welke kinderen in jouw groep niet tot die standaard behoren. Denk aan de hierboven genoemde verschillende situaties die zich kunnen voordoen. Als je inzicht hebt welke kinderen mogelijk iets anders nodig hebben dan de standaard ‘je bent de allerliefste moeder’-knutsel, kun je door naar stap 2.

Stap 2: Ga in gesprek

Ga in gesprek met de ouders/verzorgers van de kinderen op je lijstje. Vraag wat zij een fijne manier zouden vinden. Als je kinderen iets ouder zijn, kun je uiteraard ook de kinderen zelf vragen naar ideeën. Zorg dat je hier elk jaar aandacht aan besteed. Allereerst omdat niet elk gezin met dezelfde gezinssituatie ook dezelfde behoeften heeft. Misschien vinden de moeders van Miran het fijn om twee knutselwerkjes te ontvangen. Dat wil niet zeggen dat wanneer je later een ander kind in de groep krijgt met twee moeders, zij dit ook een fijne manier vinden. Daarnaast kunnen de behoeften van gezinnen met de jaren veranderen. Een kind wiens moeder is overleden kan in het eerste jaar na overlijden andere behoeften hebben dan een aantal jaren later. Hoe je goed voorbereid het gesprek aangaat lees je in stap 3.

Stap 3: Zorg voor verschillende opties

Misschien vind je het nog lastig om over dit thema na te denken en te praten. Bedenk dan dat het voor de gezinnen die niet in de ‘Moederdag-standaard’ passen misschien nog wel veel lastiger is om over na te denken. Een dag als Moederdag kan voor deze families extra nadruk leggen op hun complexere of andere gezinssituatie. Mogelijk weten ouders/verzorgers dan ook niet goed waar ze behoefte aan hebben [2]. Dan kun jij als pedagogisch professional het verschil maken door aan te geven welke verschillende mogelijkheden er zijn. Een aantal opties zijn:

  • Er geen aandacht aan besteden. Zeker wanneer kinderen erg jong zijn en je niet een gezamenlijk knutselmoment hebt, voegt een Moederdag knutsel voor het kind zelf niet zo veel toe. Het kan in zo’n geval voor de ouders juist fijn zijn om niets te maken.
  • Maak iets (voor iemand) anders. Als er geen moeder in beeld is, kan het een goede oplossing zijn om voor iemand anders een knutsel te maken. Zeker wanneer kinderen wat ouder zijn en het knutselen een gezamenlijke activiteit is. Zo kunnen alle kinderen alsnog meedoen. Bedenk samen met het kind (of de familie) voor wie zij dan iets zouden knutselen. Soms wil een kind (of diens familie) niet iets maken voor iemand anders. Geef dan ruimte om vrij te knutselen, zodat het kind ook bezig kan zijn tijdens de gezamenlijke knutselactiviteit.
  • Pas de knutsel aan. Staat er een leus of een klein gedichtje op je knutsel? Ga voor de kinderen van je lijstje na of deze tekst passend is voor hun situatie. Misschien kun je de tekst aanpassen (moeders in plaats van moeder) of de tekst weglaten. Of laat een kind iets maken wat makkelijk opgestuurd kan worden (als moeder ergens anders verblijft), of weersbestendig is en daarmee op een graf gelegd kan worden.
Stap 4: Bereid je voor op vragen van kinderen

Naar mate kinderen ouder worden (oudere peuters en kleuters) gaat het ze opvallen dat niet ieders situatie hetzelfde is. Neem het voorbeeld van Loek en Miran. Het valt Loek op dat Miran iets anders doet dan de rest. De kans is groot dat dit vragen oproept bij kinderen: “juf, maar dat kan toch niet, twee mama’s?”. Als je van tevoren nadenkt over welke vragen je zou kunnen krijgen en hoe je daar op zou reageren, word je niet overvallen op het moment zelf.

Dit is ook een uitgelezen kans om met de kinderen in gesprek te gaan over verschillende familie samenstellingen. Dit soort vragen ontstaan, omdat kinderen vaak nog onbekend zijn met minder standaard gezinssamenstellingen. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat boeken over diverse gezinssamenstellingen vaak niet in de kast staan bij de opvang en het onderwijs [2]. Hier vind je nog twee boekentips die hierbij kunnen ondersteunen:

 

 

Referenties

[1] Rosenthal, L., & Levey, S. R. (2010). The colorblind, multicultural, and polycutural ideological approaches to improving intergroup attitudes and relations. Social Issues and Policy Review, 4, 215-246.

[2] Liang, X. M., & Cohrssen, C. (2020). Towards creating inclusive environments for LGBTIQ-parented families in early childhood education and care settings: A review of the literature. Australasian Journal of Early Childhood, 45, 43-55.