Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Annemiek Hoppenbrouwers

Het Pygmalioneffect: dubbeltjes worden kwartjes

In 1968 deden twee Amerikaanse leerkrachten, Robert Rosenthal en Leonore Jacobson een experiment in de klas. Ze lieten aan het begin van het schooljaar alle kinderen een IQ-test maken en ze merkten dat 20% van de kinderen erg hoog scoorden en de capaciteiten hadden om zich sterk te ontwikkelen. Ze gaven de resultaten aan de leerkrachten maar ze gooiden ze door elkaar: dus de hoogste scores werden random aan kinderen gekoppeld. Wat bleek? Aan het einde van het schooljaar waren alle kinderen vooruit gegaan maar de kinderen waarvan de leerkrachten dáchten dat ze hoog scoorden, het meest. Dit effect is de geschiedenis ingegaan als het Pygmalioneffect.

Pygmalion: met een sterk geloof een ander laten groeien

Pygmalion was een beeldhouwer die heel erg van vrouwen hield maar hij was er ook een beetje bang voor. Daarom maakte hij een beeld van de perfecte vrouw, waar hij zo vaak naar kon kijken als hij wilde. Het beeld was echter zo mooi dat hij er smoorverliefd op werd. En toen hij op een feestje een wens mocht doen van Aphrodite, de godin van de liefde, wenste hij een vrouw zoals zijn beeld. Aphrodite begreep het en toen Pygmalion thuis kwam en zijn beeld kuste, kwam ze tot leven.

Het verhaal van Pygmalion is een Griekse mythe, dus al ruim tweeduizend jaar oud. Omdat mythen vol symboliek zitten, is het niet eenduidig wat ze willen zeggen. Er is een tijd geweest dat het verhaal van Pygmalion (nogal seksistisch) werd uitgelegd als het idee dat perfecte vrouwelijke schoonheid alleen kan bestaan door mannelijke scheppingskracht. Maar in de pedagogiek en onderwijskunde heeft de mythe een andere betekenis gekregen, namelijk: dat we met onze verwachtingen anderen ‘tot leven’ kunnen wekken!

Dubbeltjes en kwartjes: gelijke kansen

Het Pygmalioneffect kan een grote invloed hebben op kinderen die met minder kansen op de wereld komen. Steeds opnieuw wordt door onderzoek bevestigd dat kinderen die voor een dubbeltje geboren worden, nooit een kwartje worden. De wijk waar je uit komt, bepaalt je kansen in het leven. Vorige maand bevestigde Bouchra Dibi het weer eens met het meest recente onderzoek naar deze problematiek (B. Dibi, 2021): in een wijk met veel armoede heerst meer werkloosheid, meer gezondheidsproblemen, meer criminaliteit en de kinderen die er wonen krijgen een lager schooladvies.

Verwachtingspatronen van leerkrachten

Waarom krijgen die kinderen een lager schooladvies? Er is nooit aangetoond dat ze minder intelligent zouden zijn dan kinderen uit rijkere milieus. Dat komt omdat leerkrachten, net als iedereen, verwachtingspatronen vormen van de kinderen in hun klas. Die verwachtingspatronen zijn gebaseerd op onder andere gender, etnische achtergrond, prestaties en ook het sociaaleconomisch milieu. Leerkrachten communiceren deze verwachtingen, vaak op een onbewuste manier, aan de kinderen. Ze doen dit door kinderen waarvan ze een hoge verwachting hebben, vaker een beurt te geven, of moeilijkere vragen te stellen, meer uit te dagen of het kind te helpen als het een fout antwoord geeft. En andersom natuurlijk ook. Kinderen waarvan zij een lage verwachting hebben, krijgen minder beurten of ze denken bij een fout antwoord dat het kind het niet snapt, en richten hun aandacht op een ander kind. Nogmaals: dit gebeurt bijna nooit bewust, maar het effect is groot. En het blijkt dat juist jonge kinderen erg gevoelig zijn voor deze signalen omdat zij hun gedragspatronen en hun zelfbeeld erop afstemmen. Jonge kinderen vormen op basis van deze signalen ook de verwachtingen die ze van zichzelf hebben.

Met stip op 1: hoge verwachtingen

Professor Hattie is een onderwijskundige aan de universiteiten van Auckland en Melbourne. Hij deed een enorm groot, vijftien jaar durend onderzoek naar wat er nu precies werkt op school om het leren van kinderen te verbeteren. Bij dit onderzoek waren miljoenen leerlingen betrokken. En met stip op 1 staat: hoge verwachtingen van de leerkrachten! De verwachting van de leerkracht staat op de eerste plaats als het gaat om factoren die invloed hebben op de leerprestaties van leerlingen. Op de tweede plaats komt de verwachting die de leerling zélf heeft over zijn of haar leerprestaties.

Wat kun je bijdragen aan daadwerkelijk gelijke kansen

De verwachtingen die je als leerkracht van de kinderen hebt, zijn waarschijnlijk grotendeels onbewust, maar ze bepalen wél je gedrag. Lage verwachtingen kunnen een kind levenslang ‘op zijn plek’ houden, maar hoge verwachtingen dragen bij aan daadwerkelijk gelijke kansen. Het is echter niet heel makkelijk om dat goed te doen, omdat je verwachtingen en je gedrag dus meestal onbewust plaatsvinden. Daarom hieronder een stappenplan in drie stappen, die je achter elkaar kunt uitvoeren om meer greep te krijgen op je verwachtingen en je gedrag aan te passen.

  1. Vraag je af van welke kinderen jij hoge verwachtingen hebt en van welke kinderen lagere? Heb het er ook eens met je collega’s over: zijn het dezelfde kinderen, of zit er verschil tussen jouw verwachtingen en die van je collega’s? Waarop zijn jullie verwachtingen gebaseerd? Denk aan gender, afkomst, uiterlijk, sociaaleconomisch milieu, et cetera.
  2. Let op je gedrag ten opzichte van de kinderen. Hoe reageer je op kinderen waarvan je hoge verwachtingen hebt? En hoe op kinderen waarvan je verwachtingen lager zijn? Denk aan beurten geven, je manier van vragen formuleren, je taalgebruik, de hoeveelheid tijd die je aan een kind besteedt, enzovoort. Ook hierbij kun je, als je daarvoor de mogelijkheden hebt, vragen of een collega mee wil kijken. Vaak zien anderen meer dan jijzelf.
  3. Als laatste ga je experimenteren met ander gedrag: pas je gedrag voor kinderen waarvan je hoge verwachtingen hebt, ook eens toe op kinderen waarvan je lage verwachtingen hebt. Geef de kinderen waarvan je lage verwachtingen hebt wat vaker een beurt of geef positieve feedback. Geef het niet op als het kind iets niet weet, maar ga samen op zoek naar het antwoord. Daag het kind uit door moeilijkere vragen te stellen. Verwacht niet meteen resultaat. De verwachtingen die het kind van zichzelf heeft gevormd, zijn niet ineens verdwenen. Maar kinderen zijn flexibel en zullen positief reageren.

Op deze manier lever je een bijdrage aan daadwerkelijk gelijke kansen voor álle kinderen!

Bronnen

Dibi, B. (2021) Van een dubbeltje een kwartje worden? De wijk bepaalt. Website: www.KIS.nl

Hattie, J. (2014) Leren zichtbaar maken Goes: Bazalt

Rosenthal, R., Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom: Teacher expectations and pupils’ intellectual development. New York, NY: Holt.