Blog
Kansen(on)gelijkheid in ons onderwijs
Al jaren hebben we aandacht voor kansenongelijkheid in de maatschappij en ook in het onderwijs. Ondanks dat er al veel verbeterd is hebben kinderen van hoogopgeleide ouders nog steeds betere kansen dan kinderen van laagopgeleide ouders en Corona heeft het verschil weer vergroot. Scholen en leerkrachten hebben de intentie om sociale verschillen met hun onderwijs aan te pakken, maar worstelen met de vraag hoe zij dit kunnen doen.
In dialoog over kansengelijkheid
Hoewel kansengelijkheid een onderwerp is waar veel over te doen is, vergeten we vaak om eerst eens stil te staan bij wat we eigenlijk verstaan onder kansengelijkheid. Onderwijswetenschapper Eddie Denessen heeft naar aanleiding van de documentaire serie Klassen een podcast gemaakt (1), die zeer het beluisteren waard is. In deze podcast benoemt hij dat het belangrijk is voor leerkrachten om eerst in gesprek te gaan over de vraag ‘Wat verstaan wij op onze school onder gelijke kansen?’. Bedoelen we bijvoorbeeld gelijke kansen op een welvarend leven, gelijke kansen op een diploma, gelijke kansen op liefdevolle aandacht van de leraar? Of nog iets anders?
Door hier als leerkrachten bij stil te staan en door uit te spreken welke kansengelijkheid jullie nastreven, kun je veel meer richting geven aan je handelen. Je weet immers wat je met je handelen wilt bereiken.
Daarnaast gaat Eddie Denessen in een lezing over ongelijkheid en onderwijs in op vier aspecten van leermogelijkheden (2). Verschillen in deze aspecten kunnen resulteren in verschillende kansen voor leerlingen. In onderstaande worden deze vier aspecten van leermogelijkheden besproken en hoe we er als leerkracht invloed op kunnen uitoefenen.
(On)gelijke leermogelijkheden
Het eerste aspect is ‘tijd’. Naarmate je als kind meer tijd hebt om iets te leren, kun je ook meer leren. In het begin van de onderwijsloopbaan wordt de tijd die een kind leert sterk beïnvloedt door ouders. Kinderen met laag opgeleide ouders hebben in de jaren voordat zij naar school gaan vaak een minder rijk aanbod gehad aan taal en daardoor eigenlijk minder tijd gehad om te leren, dan kinderen met hoogopgeleide ouders die thuis vaak een rijker aanbod krijgen aan taal en dergelijke. In dit blog worden tips gegeven hoe de gevolgen van deze kansenongelijkheid verkleind kunnen worden.
Het tweede aspect is ‘inhoud’. Leerkrachten bieden leerlingen verschillende inhoud aan op school. Hoe meer stof je krijgt aangeboden, hoe meer je ook kunt leren. Er zijn verschillen tussen scholen, de ene school biedt iets anders aan dan de andere school. Er zijn soms ook verschillen binnen een school. Door bijvoorbeeld differentiatie in de klas krijgen kinderen verschillende inhoud aangeboden.
Het derde aspect is ‘moeilijkheid’. Het uitdagen van kinderen is een belangrijke aanjager van leren, als de lat hoog gelegd wordt leert een kind meer. Sommige kinderen wordt meer aangeboden dan andere kinderen, zij krijgen bijvoorbeeld moeilijkere opdrachten en meer uitdaging dan andere kinderen. Ook hierin bestaan verschillen tussen scholen, maar ook verschillen binnen één klas. Bedenk eens voor jezelf of je alle kinderen evenveel uitdaagt?
Het vierde aspect is ‘kwaliteit van instructie’. Als een leerkracht goed uitlegt leer je daar als leerling meer van. Hierbij kun je ook denken aan verschillende vormen van feedback. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen procesgerichte feedback en productgerichte feedback. Met procesgerichte feedback zet je leerlingen aan het denken, bijvoorbeeld door te vragen ‘Hoe heb je het aangepakt?’. Productgerichte feedback is gericht op het resultaat. Kinderen die veel procesgerichte feedback krijgen leren meer dan leerlingen die veel productgerichte feedback krijgen. Bedenk eens voor jezelf of je alle kinderen veel procesgerichte feedback geeft.
Ook geven leraren verschillend sturing aan het leren. Er is een onderscheid tussen begeleidende feedback en sturende feedback. Begeleidende feedback helpt de leerling om zelf na te denken over de antwoorden. Bedenk eens voor jezelf of je veel begeleidende feedback geeft?
Leraarverwachtingen
Zoals ook in dit blog al aan bod gekomen is speelt de leraarverwachting een grote rol, want een leraar biedt mogelijkheden aan die passen bij de eigen verwachtingen van een kind. Bedenk voor jezelf of je van alle kinderen hoge verwachtingen hebt.
Nog een tip
In het boek ‘Werk maken van gelijke kansen’ (3), dat gratis te downloaden is, zijn nog veel meer belangrijke inzichten uit wetenschappelijk onderzoek vertaald naar concrete suggesties voor scholen en leerkrachten om hun aanpak te veranderen.
Bronnen
(1) https://podcasts.apple.com/nl/podcast/nivoz-podcast/id1492684358?i=1000507493927
waarin Eddie Denessen (onderwijswetenschapper) ingaat op kansenongelijkheid in het onderwijs en
Magriet van Hek (socioloog) ingaat op genderongelijkheid in het onderwijs
(3) Werk maken van gelijke kansen. Praktische inzichten voor leraren basisonderwijs. Didactief | Werk maken van gelijke kansen (didactiefonline.nl)