Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

Omgaan met teruggetrokken gedrag

Sjoukje Hoebers, adviseur, trainer Jonge Kind CED-Groep

Twee kinderen zijn bezig met de treinbaan. Het spoor loopt helemaal naar de andere kant van de bouwhoek, en de trein raast eroverheen. Zara kijkt vanaf de bank nieuwsgierig toe. De pedagogisch medewerker vraagt zich af waarom Zara niet meedoet. Ook bij het buiten spelen heeft ze regelmatig gezien dat Zara op afstand blijft van spelende kinderen. Ze besluit even te observeren. Ze ziet dat Zara voorover gaat hangen om beter te kunnen kijken naar de trein. De trein valt om en net als de twee kinderen, lacht ook Zara vanaf de bank. De kinderen raken na een tijdje afgeleid en gaan richting de huishoek. Zara komt van de bank af en pakt de trein. Voorzichtig zet ze de trein op het spoor en duwt de trein vooruit.

Gedrag is een signaal

In het voorbeeld hierboven grijpt de pedagogisch medewerker niet direct in, maar wacht af wat er gebeurt. Ze ziet dat Zara wel degelijk wil spelen, maar doet dat pas wanneer de andere kinderen weg zijn. Vertoont Zara vaker dit gedrag? Dan kan dit gedrag een signaal zijn om nader te onderzoeken.  In de kinderopvang heb je dagelijks te maken met druk, opstandig of teruggetrokken gedrag. Kinderen zijn volop in ontwikkeling en daar horen ook moeilijke fases bij. Dit hoort bij de normale praktijk, maar wanneer het kind last heeft van dit gedrag, het niet past bij de ontwikkelingsfase of het de groepsdynamiek negatief beïnvloedt, is het nodig om actie te ondernemen. Je wilt onderzoeken wat dit gedrag betekent en wat het vraagt van jouw handelen als professional.

Trapsgewijs [1] beschrijft een werkwijze om dit gedrag te onderzoeken en te kijken welke aanpak hierbij kan helpen. Er wordt onderscheid gemaakt in drie verschillende soorten opvallend gedrag: druk gedrag, opstandig gedrag en teruggetrokken gedrag. Belangrijk is om te achterhalen wat er onder dit gedrag ligt. Wat voor signaal geeft het af? En welke behoefte heeft het kind? Al het gedrag dat een kind laat zien, is een vorm van communicatie [2].

Het voorbeeld van Zara duidt op teruggetrokken gedrag. De pedagogisch medewerker kijkt objectief naar het kind en schrijft het concrete gedrag op. Ook bespreekt ze dit met collega’s en de ouders van Zara. Ze komen tot de conclusie dat Zara het signaal afgeeft dat ze mogelijk niet weet hoe ze met andere kinderen moet spelen. Ze heeft waarschijnlijk behoefte aan begeleiding bij contacten met andere kinderen.

Ook teruggetrokken gedrag heeft aandacht nodig

Vanuit het veld en onderzoek blijkt er de afgelopen jaren een toename te zijn in opvallend gedrag, waaronder ook teruggetrokken gedrag. Enkele voorbeelden uit het Amerikaanse veld laten zien dat overmatige schermtijd kan leiden tot minder sociale interactie en teruggetrokken gedrag [3] en ook stress in gezinssituaties zoals een scheiding of armoede kunnen de oorzaak zijn van teruggetrokken gedrag [4]. Ook over beschermend opvoeden hangt samen met teruggetrokken gedrag [5].

Kinderen die voor langere tijd teruggetrokken gedrag laten zien, missen mogelijk belangrijke ervaringen, zoals vriendschappen opbouwen, spelen met kinderen en het leren uitvoeren van nieuwe taken [6]. Kunnen spelen is van groot belang: hersenfuncties worden hierdoor ontwikkeld, en het zorgt voor beter functioneren op latere leeftijd [7].

Houdt het teruggetrokken gedrag nog langer aan, dan kan dit ook een negatieve invloed hebben op het zelfvertrouwen en ontwikkelen kinderen een sterkere afhankelijkheid van ouders [6].

Door al op jonge leeftijd alert te zijn op dit gedrag en het kind passend te begeleiden, geef je het kind meer ruimte om zich te ontwikkelen en zorg je ervoor dat het beter om kan gaan met zijn omgeving en met zichzelf (denk aan executieve functies zoals gedragsregulatie). Je blijft hierbij aansluiten op de mogelijkheden die het kind heeft en wat past bij het kind. Dat heeft ook een positieve invloed op het verdere leven van het kind. Goede zelfregulatie kan worden gezien als de tegenhanger van gedragsproblemen [8].

Opvallend gedrag is niet altijd afwijkend gedrag

Opvallend gedrag hoeft niet altijd afwijkend gedrag te zijn. Gedrag kan voortkomen uit speciale ontwikkelingsbehoeften, maar dit wil niet zeggen dat er ook sprake is van een stoornis [1]. Pas op met labelen, maar wees wél alert op signalen, zodat je een kind op tijd kunt helpen [9]. Het helpt om heel objectief en concreet naar het gedrag te kijken en dit te bespreken met collega’s en de ouders, zoals de pedagogisch medewerker in het voorbeeld ook heeft gedaan. Kunnen zij zich vinden in jouw observaties? Als hier overeenstemming over is, kun je tot een passende aanpak komen en daarmee in kleine stappen het kind verder helpen.

Hoe ga je te werk?

We gaan terug naar het voorbeeld van Zara. De pedagogisch medewerker heeft in afstemming met de ouders en collega’s het gedrag vastgesteld en nagedacht wat voor signaal Zara hiermee afgeeft. Ze lijkt behoefte te hebben aan begeleiding bij contacten met andere kinderen. Het doel is dat Zara samen gaat spelen met kinderen. In Trapsgewijs kun je de trap opgaan van gedrag naar behoefte naar aanpak. De pedagogisch medewerker stemt met haar team en de ouders een aanpak af voor Zara. Ze besluit spelsituaties te creëren waarbij kinderen contact moeten maken en sluit daar zelf ook bij aan zodat ze het voor kan doen. Na een paar weken kijkt ze wat het effect is van deze aanpak: dit is de belangrijke laatste stap op de trap. Het kan namelijk ook goed zijn dat de aanpak niet het gewenste effect heeft. In dat geval kun je opnieuw gaan kijken naar het gedrag en het signaal. Je herhaalt de cyclus dan opnieuw. In het voorbeeld van Zara zou het ook kunnen zijn dat Zara een ander spel wil spelen dan de kinderen. In dat geval kom je tot een andere duiding van de behoefte en aanpak.

Wat voor signaal geef jij af?

Als professional geef jij ook een signaal af wanneer je reageert op gedrag van een kind. Als je moeite hebt met het gedrag van bepaalde kinderen op de groep, kan dat ook gedreven worden door jouw eigen ervaringen. Je wordt als het ware getriggerd in je reactie door je eigen ervaringen uit het verleden [2]. Hier heeft iedereen mee te maken, en het is goed om je hiervan bewust te zijn. Positieve gedragsondersteuning helpt je ook om op een prettige manier te reageren en je kunt hiermee bovendien op groepsniveau een fijne sfeer creëren. Je moet proberen om kinderen zo te begeleiden dat je voorkomt dat bepaald gedrag een gedragsprobleem wordt [10].

Je gebruikt hierbij volop de interactievaardigheden: je bent sensitief en responsief (in reactie op het gedrag), je zorgt voor structuur (o.a. door regels en routines) en je communiceert op een manier die past bij het kind. Positieve gedragsondersteuning vraagt om oog voor de context, een consistente aanpak, een goede relatie tussen pedagogisch medewerker en kind en samenwerking met ouders [8]. Jij speelt als professional dus een belangrijke rol bij het voorkomen en het reageren op gedrag dat opvallend is.

Referenties
[1] Bijl- van Gelder, H., Wally, T. (2019). Trapsgewijs, omgaan met opvallend gedrag van jonge kinderen. Rotterdam: CED-Groep.

[2] Steffens, W. (2023). Communiceren door gedrag: wat wil een kind jou vertellen? Kinderopvangtotaal. https://www.kinderopvangtotaal.nl/communiceren-door-gedrag-wat-wil-een-kind-jou-vertellen/

[3] Twenge, J. M., & Campbell, W. K. (2018). Associations between screen time and lower psychological well-being among children and adolescents: Evidence from a population-based study. Preventive Medicine Reports, 12, 271-283.

[4] Amato, P. R. (2001). Children of divorce in the 1990s: An update of the Amato and Keith (1991) meta-analysis. Journal of Family Psychology, 15(3), 355-370.

[5] Van der Kaap-Deeder, J., Hooijsma, M. (2022). Heeft een overbeschermende opvoeding een negatief effect op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de bovenbouw van de basisschool? Kennisrotonde van het NRO. https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/overbeschermend-opvoeden-en-sociaal-emotionele-ontwikkeling

[6] Vreeke, L., Goudriaan, M. (2021). Steek angstige peuters en kleuters hart onder de riem. Vakblad Vroeg, nr. 3 herfst 2021.

[7] Mieras, M. (2024). Onvervangbare Jaren. Waarom de eerste zes levensjaren van een kind de belangrijkste zijn. Brancheorganisatie Kinderopvang.

[8] https://expertisecentrumkinderopvang.nl/onderwerpen/positieve-gedragsondersteuning

[9] van Hogendorp, S. (2024). Redactioneel labels en stoornissen. Kinderopvangtotaal. https://www.kinderopvangtotaal.nl/magazine-artikelen/redactioneel-labels-en-stoornissen/

[10] van Asperen, S. (2023). ‘Positieve gedragsondersteuning levert de beste sfeer op de groep op’. Kinderopvangtotaal. https://www.kinderopvangtotaal.nl/magazine-artikelen/positieve-gedragsondersteuning-levert-de-beste-sfeer-op-de-groep-op/