Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Annemiek Hoppenbrouwers

De traumabril: juist bij ontwikkelingstrauma kun je het tij keren

Toen Zoë net op de groep kwam, schrok ze van alles. Als een ander kind haar wat abrupt benaderde sloeg ze of beet ze. Ze praatte niet en hield zich in haar eentje bezig met een werkje. Pedagogische medewerkster Lotte zette haar traumabril op. Ze maakte voorzichtig contact met Zoë en liet haar merken dat ze haar begreep. Ze bleef rustig en voorspelbaar, ook als Zoë heel erg boos was. Langzaamaan won Lotte het vertrouwen van Zoë en begon Zoë ook met andere kinderen te spelen.

Met de groeiende stroom vluchtelingen komen er steeds meer kinderen in de groep die trauma’s hebben opgelopen en die daardoor bedreigd worden in hun ontwikkeling. Ook is er steeds meer aandacht voor kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling, verwaarlozing en/of huiselijk geweld (zie het blog van Cristel Elias op 13 december 2019) Uit onderzoeken blijkt dat de gevolgen van traumatische gebeurtenissen van vergaande invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van kinderen. Maar gelukkig is het ook zo dat je als professional echt een verschil kunt maken voor deze kinderen (hierover verscheen eerder een blog van Mehrnaz Tajik op 12 juli 2019). In dit blog wat meer achtergrondinformatie en verdiepende tips.

Twee vormen van trauma

We denken bij trauma vaak aan PTSS (post-traumatisch stressstoornis, ook wel enkelvoudig trauma). PTSS is het gevolg van één (of enkele) ingrijpende gebeurtenis, die als gevolg heeft dat het slachtoffer herbelevingen en/of nachtmerries heeft en prikkels die hem aan de gebeurtenis doen denken, probeert te vermijden. Ook is er sprake van stemmingsklachten, schrikreacties en/of problemen in relaties met anderen.

Kinderen, en zeker kinderen die langdurig slachtoffer zijn (geweest) van traumatiserende gebeurtenissen (zoals bij kindermishandeling), lopen echter extra risico, omdat zij nog in ontwikkeling zijn. Bij hen kan zich ontwikkelingstrauma openbaren. Ontwikkelingstrauma, of complex trauma (of ook wel chronisch vroegkinderlijk trauma) ontstaat wanneer de periode van ingrijpende gebeurtenissen langer duurt en plaatsvindt in de kindertijd, als de hersenen nog in ontwikkeling zijn. De normale ontwikkeling stagneert door een overactief stresssysteem. Bij ontwikkelingstrauma doen zich verschillende symptomen van PTSS voor, hoewel bijvoorbeeld herbelevingen niet per se aanwezig zijn. Het zwaartepunt van de problematiek van ontwikkelingstrauma ligt echter op de volgende drie gebieden: moeite met stressregulatie, moeilijk kunnen hechten en weinig eigenwaarde.

De twee traumavormen kunnen in elkaar overlopen en bij kinderen jonger dan 6 wordt de diagnose PTSS sowieso nog niet gesteld.

Complex trauma: continue stress en hyperalertheid

Peter Adriaenssens, een Belgische kinder- en jeugdpsychiater, zegt in een interview: ‘Zie het trauma als een giftige stressbron die zich in je lichaam en geest heeft vastgezet en zodoende je hele wezen aantast.’ Complex getraumatiseerde kinderen zijn over het algemeen hyperalert en reageren meteen met een vecht-, vlucht- of bevriesreactie op elke (enigszins) negatieve prikkel. Het dagelijks leven staat vol van deze triggers. Ze vertrouwen vaak niemand meer: juist degene die ze vertrouwden, bleek onbetrouwbaar. Bij kindermishandeling is dat heel duidelijk, maar ook in vluchtelingengezinnen ontberen kinderen vaak de veiligheid die ze juist bij hun ouders zoeken. Dat heeft invloed op de mogelijkheid om zich te hechten. Al deze gevolgen maken relaties met anderen moeilijk, waardoor het kind steeds opnieuw de boodschap krijgt dat er iets niet klopt en zichzelf niet meer begrijpt. De negatieve effecten hiervan op de eigenwaarde zijn opnieuw weer een bron voor onveiligheid en zo is de cirkel rond.

Herkennen van trauma

Het is niet altijd makkelijk om te bepalen of het gedrag van kinderen voortkomt uit trauma. Toch zijn er wel enkele richtlijnen. Bij baby’s kan trauma zich uiten in onvoldoende eten, onrustig of kort slapen, veel huilen, apathisch zijn, snel schrikken, een angstige blik en minder spelen. Bij peuters en kleuters zie je soms een terugval naar jonger gedrag: weer in bed plassen of duimzuigen. Ook zie je dat ze zich vastklampen (verlatingsangst) en driftbuien. Complex getraumatiseerde kleuters zijn moeilijk tot rust te brengen, prikkelbaar, maken ruzie of trekken zich juist terug, ze spelen niet en voelen zich schuldig aan wat hen overkomt. Probeer, als je twijfelt of er sprake is van trauma, meer informatie over de achtergrond van het kind te krijgen door met de ouders in gesprek te gaan.

De traumabril

Als volwassene kun je kinderen opnieuw de veiligheid bieden die ze nodig hebben om hun eigenwaarde een zetje in de rug te geven en hun veerkracht te versterken. Wat daarvoor nodig is, is een zogenaamde ‘traumabril’. Daarmee observeer en begeleid je getraumatiseerde kinderen vanuit het besef dat het stresssysteem van het kind in de war is en dat het allerbelangrijkste is dat het kind zich bij jou veilig voelt.

Bij complex getraumatiseerde kinderen kun je hiermee de vicieuze cirkel van steeds diepere traumatisering stoppen, zodat er weer meer ruimte komt voor een ‘normale’ ontwikkeling, ook al zullen deze kinderen altijd kwetsbaar blijven.

Traumasensitief begeleiden

Complex (dus langdurig) getraumatiseerde kinderen zijn continu gefocust op eventuele bronnen van agressie, en als volwassene/professional ben je dat (helaas). Maar dat maakt dus ook dat je door juist structureel veilig te zijn, kunt zorgen dat ze zich kunnen ontspannen (en dus weer kunnen leren en contact kunnen maken). Zorg dat je met je basishouding rust, betrouwbaarheid en voorspelbaarheid biedt.

Blijf altijd kalm, want boosheid is extreem onveilig. Geef het kind ruimte om zijn driftbui/woede uit te leven, maar leer hem dat hij dat op (bijvoorbeeld) de gang doet. Blijf op een veilige afstand aanwezig en vang het kind op als het is uitgeraasd.

Breng structuur aan in het dagprogramma van het kind (hoeft niet meteen voor de hele groep), en ben heel duidelijk in wat je verwacht. Dus niet: ga maar lekker spelen. Maar: zoek een spelletje in de kast, als je wilt kunnen we het samen doen. En daarna gaan we fruit eten.

Zorg dat kinderen zich gezien weten. Geef ze wat extra aandacht, juist ook de kinderen die zich terugtrekken. Maak een praatje, maar laat ze wel in hun hoekje spelen als ze dat graag willen.

Stimuleer de interactie in de groep: laat kinderen voor elkaar zorgen. Leer ze hoe ze op het gedrag van het getraumatiseerde kind kunnen reageren: niet door boos te worden, maar door te wachten en te praten.

 

 

NJi Hoe begeleid je kinderen en jongeren met complex trauma in gezinsvervangende woonsituaties (2018)

Augeomagazine.nl Het leven van slachtoffers staat bol van traumatriggers Interview door Ellen de Ruiter met Peter Adriaenssens (2019)

Augeomagazine.nl Als leerkracht kun je absoluut het verschil maken Interview door Anette Wiesman met Anton Horeweg (auteur van De traumasensitieve school) (2019)