Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Pauline Slot

Hoe eerder, hoe beter

Professionals zoals zorgconsulenten, managers, intern begeleiders of pedagogen hebben soms te maken met zorgen van pedagogisch medewerkers of leerkrachten over het gedrag of de ontwikkeling van een kind of de gezinssituatie waarin zij opgroeien. Dan is het goed om te weten dat er interventies en preventieprogramma’s zijn die kinderen of hun ouders kunnen helpen. Maar hoe vind je de juiste programma’s en zijn deze wel effectief?

Ook in de overwegingen die beleidsmakers hebben bij het ontwikkelen en implementeren  van het jeugdbeleid is het belangrijk om te weten welke aspecten de kans op succes vergroten [1]. Hieronder volgen drie belangrijke voorwaarden:

1. Begin zo vroeg mogelijk

Preventie is belangrijk om (grotere) problemen te voorkomen. Dit voorkomt escalatie en verergering van problemen en kan onnodig lijden van het kind en het gezin beperken. Verschillende onderzoeken laten zien dat preventieprogramma’s effectief zijn in het bevorderen van cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen, schoolprestaties en de opvoedingsvaardigheden van ouders [2].
Zo is er kortdurende videohometraining (K-VHT), een programma bedoeld voor ouders met kinderen van 0-4 jaar. Het is gericht op het verbeteren van de interacties tussen ouders en kind, waardoor sociaal-emotionele problemen bij het kind voorkomen kunnen worden. En Triple-P is een Positief Pedagogisch Programma dat opvoedingsondersteuning biedt voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Het voorkomt emotionele en gedragsproblemen bij kinderen, zelfs wannneer er sprake is van ernstiger problematiek bij ouders zoals een depressie.

2. Gebruik programma’s die bewezen effectief zijn

Er is steeds meer aandacht voor het gebruik van zogenaamde ‘evidence-based’ programma’s. Dit zijn programma’s waarvoor (enig) bewijs is dat ze ook daadwerkelijk het gewenste resultaat bereiken. Dit klinkt als een open deur, maar er zijn nog veel programma’s in omloop waarvan dit nog niet is aangetoond. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) heeft een databank van interventies waarvan in elk geval een sterke theoretische onderbouwing is en soms ook onderzoek waarin de effectiviteit is aangetoond [3]. Ongeveer 14% van de interventies die momenteel is opgenomen in de databank heeft goede aanwijzingen voor hun effectiviteit. Voor de overige interventies is er wel een sterke theoretische basis voor de werkzaamheid, maar ontbreekt vooralsnog onderzoek naar de effecten op de gewenste uitkomsten.

3. Zorg voor een duurzaam, kosteneffectief preventief jeugdbeleid

Op gemeentelijk niveau is het belangrijk om een coherent jeugdbeleid te voeren. Hierbij is het van belang om een goede balans te creeren tussen collectieve preventie en doelgerichte preventie. Bij collectieve preventie gaat het om het bereiken van een klein effect bij een grote groep mensen/kinderen. De inzet van JGZ is een voorbeeld hiervan. Zij bieden bijvoorbeeld laagdrempelige programma’s in het kader van algehele opvoedingsondersteuning, zoals Triple P, een Positief Pedagogisch Programma voor alle ouders van kinderen van 0 tot 16 jaar. Doelgerichte programma’s richten zich op lokaal relevante problemen en een specifieke risicogroep. Voorbeelden hiervan zijn Boekstart en Boekenpret, gericht op het bevorderen van de lees- en taalvaardigheid van kinderen en een taalachterstand helpen voorkomen.

Daarnaast is het van belang dat er goede afstemming en samenwerking is tussen de verschillende organisaties en partijen rondom het kind en gezin [4]. Er zijn goede voorbeelden van (intersectorale) samenwerking, bijvoorbeeld in Integrale Kind Centra (IKC’s), waarin opvang, onderwijs, en aanbod rondom zorg/problematiek zoals opvoedingsondersteuning, logopedie of fysiotherapie is geïntegreerd. Integrale voorzieningen zijn laagdrempeliger voor ouders en kunnen voorkomen dat sommige ouders tussen wal en schip raken. Een sterke regierol vanuit bijvoorbeeld de gemeente kan (intersectorale) samenwerking faciliteren en ondersteunen.

 

Meer lezen?

Investeren in kinderen van 0-12 jaar. Bevindingen uit de wetenschap. Pauline Slot & Paul Leseman (2019). PACT voor kindcentra. Te downloaden via https://www.pactvoorkindcentra.nl/nieuws/publicatie-wat-weten-we

 

[1] Dam, P. & Prinsen, B. (2013). Investeren in opvoeden en opgroeien loont! Kosteneffectiviteit van de preventie van pedagogische, psychosociale en psychosomatische problematiek door de jeugdgezondheidszorg. Utrecht: ACTIZ & GGD-Nederland.

[2] Ince, D., van Yperen, T., & Valkestijn, M. (2018). Top tien beschermende factoren voor een positieve ontwikkeling van jeugdigen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut

[3] https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies

[4] Slot & Leseman, 2019. Investeren in kinderen van 0-12 jaar. Bevindingen uit de wetenschap. PACT voor kindcentra. Te downloaden viahttps://www.pactvoorkindcentra.nl/nieuws/publicatie-wat-weten-we