Blog
Help! Wat voel ik?!
Door Melissa Be en Diana Turkenburg
Bing is geconcentreerd bezig met het bouwen van zijn autobaan. Wanneer deze af is pakt hij zijn lievelingsauto uit de bak. Hij begint fanatiek met zijn auto te racen over de baan: “mieeeeeuw, mieeeuw!”. Dit trekt de aandacht van Carl. Dat ziet er gaaf uit! Carl rent ernaartoe en pakt de auto af. “Neeee, mij!!” roept Bing. Carl rent weg met de auto en Bing blijft gefrustreerd zitten.
Als pedagogisch medewerker of leerkracht kun je je snel verplaatsen in deze situatie. Je begrijpt dat Bing en Carl allebei met dezelfde auto willen spelen, wat kan worden opgelost door hier een afspraak over te maken. Voor peuters als Bing en Carl is dit een stuk lastiger. Waar het hen vooral om draait is dat zij hun favoriete auto krijgen om mee te spelen. Ze zitten nog in de ik-fase en hebben hun eigen ideeën, wensen en regels tijdens spel [1]. Bij jonge kinderen schommelen emoties de hele dag door, vooral nu in deze coronaperiode. Juist in deze tijd is het belangrijk om hun gevoelens te zien en erkennen. Daarom wordt in dit blog in een praktisch stappenplan beschreven over hoe je jonge kinderen kunt leren omgaan met zijn of haar emoties, en ervoor kunt zorgen dat een kind zich weer rustig en fijn voelt. Hierin neem ik de ervaringen mee van intercultureel coach Diana Turkenburg.
Emoties en het brein
Het aansturen van emoties, gedachten en gedrag gebeurt vanuit het brein (executieve functies) [2]. Dit deel van het brein is bij jonge kinderen nog volop in ontwikkeling. Hierdoor kunnen zij hun gedrag, gedachten en emoties nog niet optimaal aansturen. We kennen het allemaal, de dwarse peuter die het ergens niet mee eens is en na 10 minuten gillend op de grond niet eens meer weet waar deze driftbui vandaan kwam. En jij als pedagogisch medewerker ook niet meer. Deze peuter is simpelweg nog niet in staat om zijn eigen emoties te begrijpen, te uiten en te controleren. Daarnaast is het zo dat kinderen in stressvolle situaties minder goed in staat zijn om emoties te reguleren, aangezien spanning een negatieve invloed heeft op de zelfsturingsprocessen in het brein. Juist in deze periode, waarin de dagelijkse omgeving van kinderen verandert en alles weer voorzichtig open gaat, zou het goed kunnen dat kinderen heftige emoties laten zien.
Het goede voorbeeld geven
Naast leeftijd spelen temperament en de ervaringen die een kind opdoet een rol in het aansturen van emoties en gedrag. Kinderen doen ervaringen op door het voorbeeld dat ze zien van jou en je collega’s, hun ouders of van andere kinderen. Wij moeten kinderen het goede voorbeeld geven. Als je van kinderen verwacht om even te wachten met iets te vragen wanneer jij in gesprek bent met een collega, dan mag je dit ook verwachten van je collega als je in gesprek bent met een kind. Het is erg belangrijk om dit goed met elkaar af te stemmen. Zitten we op dezelfde lijn? Elkaar hierin ondersteunen is essentieel.
Het belang van emoties
Het is belangrijk om kinderen van jongs af aan mee te geven hoe zij gevoelens kunnen herkennen bij zichzelf en bij anderen. Hierdoor zijn ze steeds beter voorbereid op de uitdagingen of conflicten die zich voordoen in de groep en in de bredere samenleving. Daarnaast krijgen kinderen, die hun emoties goed kunnen reguleren, ook een betere sociale positie in de groep: het is fijn als iemand niet in zijn boosheid blijft hangen. Ze bouwen makkelijker positieve relaties op en het hebben van vriendjes is precies waar jonge kinderen zelf zoveel behoefte aan hebben (meer hierover lees je in dit blog).
De verschillende emoties hebben ook een functie. Angst beschermt ons bijvoorbeeld tegen gevaar. Zonder angst zouden we extreem gevaarlijke dingen doen. Bij boosheid komt veel energie vrij, waardoor je sneller kunt reageren. Het zorgt ervoor dat we voor onszelf opkomen, zodat anderen rekening met ons kunnen houden. En verdriet zorgt ervoor dat we nare ervaringen verwerken, waardoor ruimte ontstaat om anders naar een situatie te kijken. Het is dus belangrijk om voldoende ruimte te geven aan de verschillende emoties van jonge kinderen. Ook aan de kinderen die meer op de achtergrond blijven en niet zo snel om hulp zullen vragen.
Emoties niet negeren
“Niet zo verdrietig zijn” of “ach, het valt wel mee!”. Dit zeggen we allemaal weleens uit goede intenties om kinderen te troosten, voordat het uitmondt in een heftige huilbui. Maar hierdoor ontstaat het gevaar dat een kind met opgekropte emoties naar huis gaat en minder goed leert omgaan met zijn emoties. Kinderen zijn vaak van slag om iets wat voor ons als volwassenen heel klein lijkt, maar die voor kinderen heel groot of belangrijk kunnen zijn. Wanneer we reageren met “maak je niet druk” en het gevoel van een kind ontkent, voelt het kind zich niet serieus genomen en kan het boos of verdrietig worden. Hierdoor ontstaat er een grotere kans dat het kind zijn gevoel niet meer met je gaat delen.
‘Zien’ en erkennen
Het is belangrijk dat een kind leert omgaan met zijn eigen gevoelens en hierdoor steeds meer grip krijgt op zijn eigen identiteit en het gevoel krijgt ‘ik mag er zijn’. Dit kun je bereiken door het kind te zien, begrip te tonen en de gevoelens van kinderen serieus te nemen. Wanneer jij het kind serieus neemt, dan leert het kind om zijn eigen gevoelens ook serieus te nemen en ernaar te luisteren. Uit onderzoek blijkt dat de emoties van kinderen erkennen door het juiste woord bij een
gevoel plaatsen, direct ontspanning geeft [3], “Oh Bing, ik merk dat je erg boos bent..”. Kinderen voelen zich hierdoor begrepen en dit lucht op. Wanneer kinderen zich nog niet verbaal kunnen uiten, kun je door middel van emotiekaarten of emotiemaskers (die kinderen zelf kunnen opzetten) erachter komen hoe een kind zich voelt. Het gaat erom dat er echt even wordt stilgestaan bij wat het kind voelt en samen naar een oplossing wordt gezocht.
Deze sensitieve houding ‘de gevoelens en zorgen van alle kinderen zien en horen’, geldt niet alleen voor in de groep, maar ook voor de organisatie als geheel. Wanneer er ruimte is voor het zien en horen van alle medewerkers, ouders en kinderen en alle neuzen dezelfde kant op staan, dan heeft dit ook een positieve impact op de groep.
Stappenplan voor het leren omgaan met emoties. Wanneer een kind zich niet fijn voelt, kun je:
- Contact maken door het kind echt even te zien en te kijken of luisteren naar de situatie. Hierbij is je lichaamstaal belangrijk; maak jezelf beschikbaar voor het kind door bijvoorbeeld op ooghoogte in gesprek te gaan.
- Het gevoel van het kind (laten) benoemen: “Ik zie dat je erg boos bent!” of “Ik merk dat je je niet zo lekker voelt vandaag, wat is er aan de hand?” of hen hun gevoel laten aanwijzen met behulp van emotiekaarten of emotiemaskers.
- Het gevoel van het kind erkennen: “Het is ook heel vervelend dat …”, “Ik begrijp dat je..”
- Kinderen zelf laten nadenken over een oplossing: “Hoe kunnen we dit oplossen?” of, wanneer ze dit nog niet kunnen, zelf een aantal oplossingen voorstellen waar het kind uit kan kiezen.
- Geef ook aandacht aan het kind dat zich weer fijn voelt of aan ‘gewenst’ gedrag “wat fijn dat je nu weer lekker aan het spelen bent!”
- Zelf model staan door het goede voorbeeld te geven. Dit kan door het benoemen van je eigen gevoelens of gedragsregels zelf consequent na te leven. Welke taal geven we aan emoties? En hoe benaderen we kinderen die extra ondersteuning nodig hebben? Bespreek dit met collega’s en vraag aan ouders of zij zich hierin herkennen. Wat willen we aan kinderen meegeven?
Wil je in deze periode meer aandacht geven aan emoties in de groep, dan kun je de volgende prentenboeken eens bekijken. Sluiten de emoties die erin voorkomen aan op de behoeften van je groep? En hoe kun je ervoor zorgen dat het verhaal tot leven komt? Lees meer hierover in dit blog.
- Het kleurenmonster – Anna Lennas
- Het grote emotieboek van Karel. Vandaag ben ik blij! – Liesbet Slegers
- Heel voorzichtig! – Milo Freeman
- Niet slaan, Anna! – Kathleen Amant
- De kleine walvis – Benji Davies
- Wat nu, Olivier? – Phyllis Root en Christopher Denise
- Vrolijk – Mies van Hout
- Daantje het Vulkaantje – Mandy Langbroek
- Het zorgendoosje – Suzanne Chiew
Bronnen
https://slo.nl/publish/pages/4800/inhoudskaart-po-sociaal-emotioneel-fase110-03-2017.pdf
[1] Singer, E., & Kleerekoper, L. (2009). Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. [2] Smidts, D. & Huizinga, M. (2011). Gedrag in uitvoering. Amsterdam: Nieuwezijds. [3] Kircanski, K., Lieberman, M. D., & Craske, M. G. (2012). Feelings Into Words: Contributions of Language to Exposure Therapy. Psychological Science, 2012; DOI: 10.1177/0956797612443830