Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Ruth Heuvelman - Kroon

Spelen is leren

In de media is de discussie over spel en/of leren in de kinderopvang weer aangewakkerd. Is het nu beter om kinderen veel te laten spelen, of om ze op jonge leeftijd al te stimuleren in hun ontwikkeling? En zijn dat eigenlijk wel twee tegenstrijdigheden, of kunnen ze samen gaan? Eerder schreven we al eens een blog over het spanningsveld tussen spelen en leren. Deze blog brengen we graag nog een keer onder de aandacht.

Spanningsveld tussen spelen en leren

Twee meisjes spelen samen bij de zandwatertafel. De zandwatertafel is gevuld met verschillende soorten pasta, maatbekers, kokers en een aantal schepjes en spatels. Ineens zegt het ene meisje tegen het andere: “mijne is al helemaal vol en die van jou? Eerst was hij leeg en nu is hij vol”. Het andere meisje kijkt even naar haar koker en zegt dan met een beteuterd gezichtje: “nog een beetje leeg”.

Soms lijkt het alsof er een spanningsveld bestaat tussen spelen en leren. Spelen komt voort uit de interesse en motivatie van het kind om de wereld te verkennen en ontdekken. Terwijl er bij ‘leren’ vaak gedacht wordt aan iets dat een pedagogisch medewerker of leerkracht aandraagt om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Het lijkt moeilijk om beiden te verenigen. Dit komt onder andere naar voren uit de gegevens van het CARE-onderzoek[i], een Europese casestudie in zeven verschillende landen, maar ook in de dagelijkse praktijk kom ik dit spanningsveld regelmatig tegen.

Het lijkt vanuit dit onderzoek, vooral in de peutergroepen, een uitdaging om het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen te combineren met een kindvolgende houding. De onderzoekers keken naar de educatieve kwaliteit, de mate waarin de medewerker een kind kan uitdagen en stimuleren in zijn/haar ontwikkeling, en naar de mate van kindvolgend zijn, de mate waarin een medewerker aansluit op de interesses en ideeën van kinderen en ruimte biedt voor keuzevrijheid. Dit deden zij tijdens vrij spel en tijdens educatieve activiteiten, zoals boekjes lezen, kringgesprekken, puzzels maken of spelletjes spelen. Er kwam een opvallende tegenstelling uit.

Tijdens vrij spel bleek de mate waarin de medewerkers kindvolgend waren hoog. De educatieve kwaliteit was tijdens vrij spel juist lager dan bij de educatieve activiteiten. Voor educatieve activiteiten bleek precies het tegenovergestelde. Daardoor leken deze educatieve activiteiten meer op ‘lesjes’, bedacht en gestuurd door pedagogische medewerker of leerkracht in plaats door de kinderen.

Spelen of leren, het kan samengaan!

Maar het kan ook anders. De casestudie laat namelijk ook een aantal praktijkvoorbeelden zien waarin spelen en leren wel goed gecombineerd werden. Bij jongere kinderen was dit bijvoorbeeld vaker te zien in de vorm van begeleid spel. De medewerker was dan in staat om goed aan te sluiten bij de interesses van kinderen en ze daarnaast uit te dagen en te stimuleren om een stapje verder te komen. Bijvoorbeeld door tijdens het spel vragen te stellen die de kinderen aanzetten tot nadenken. Voor oudere kinderen waren goede voorbeelden vooral te zien tijdens educatieve activiteiten uitgevoerd in kleine groepjes, waarin ruimte was voor exploratie of ontdekkend leren. Met name ’science’ of ontdekactiviteiten waarin natuurverschijnselen of dieren werden bestudeerd of waarin er geëxperimenteerd werd, bleken diepgaande gesprekken uit te lokken waarin kinderen aan het denken werden gezet. Het onderzoek liet mooie voorbeelden zien, zoals het maken van slijm of het schatten en afmeten van water in verschillende maatbekers.

Spelen is leren!

In het genoemde voorbeeld van de zandwatertafel zou je bijvoorbeeld kunnen vragen: Hoe kunnen we jouw koker ook vol krijgen? Of hoe komt het dat jouw koker (nog) leeg is? Je kunt ook de taal uitbreiden, door nieuwe (reken)begrippen toe te voegen. Bijvoorbeeld door te vragen: “Waar zit het meeste in? Hoe kunnen we nu weten welke koker het volst is?”

Zorg dat je het spelen en leren voor jonge kinderen spelenderwijs combineert. Kijk eerst goed naar waar een kind mee bezig is en waar de interesse naar uitgaat.  Sluit daarbij aan, bijvoorbeeld door mee te spelen of een vraag te stellen om zo het spel van het kind een stapje verder te brengen.  Dan zijn spelen en leren geen tegenpolen meer van elkaar, maar kunnen zij elkaar juist versterken. Zo kun je jonge kinderen spelenderwijs een stapje verder helpen in hun ontwikkeling. En dan is er nog maar een conclusie mogelijk: Spelen = leren!

 

Voor meer informatie en inspirerende filmpjes: http://ecec-care.org/

 

Bronnen:

De Haan, A.(2015). Effects of preschool education in mixed and targeted classrooms. Academisch proefschift: Universiteit Utrecht https://www.impulskinderopvang.nl/wp-content/uploads/2016/03/impuls_nieuws_proefschrift_annika_samenvatting-1.pdf

Slot, P. L. (2016). Het spanningsveld spelen-leren kán opgelost worden. Een multiple case studie naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse opvang en educatie in zeven landen. Beleid Bestuur Management & Pedagogiek in de kinderopvang, 4, 39-42.

Slot, P.L., Cadima, J., Salminen, J. Pastori, G., & Lerkkanen, M.-K. (2016). Multiple case study in seven European countries regarding culture-sentitive classroom quality assessment. Care: University of Jyväskylä  http://ecec-care.org/fileadmin/careproject/Publications/reports/summaries/D2_3_Multiple_Case_study_executive_summary.pdf

 

[i] http://ecec-care.org/