Blog
Tweetalig opvoeden bij TOS: Do or don’t?
Het is 18 oktober en wereld TOS dag! Een reden om extra aandacht te besteden aan TOS. TOS staat voor taalontwikkelingsstoornis, een vrij onbekende, maar veel voorkomende stoornis waardoor het brein moeite heeft om taal te verwerken. Voor kinderen met TOS is het leren, gebruiken en begrijpen van taal een struikelblok. Vandaag besteedt Elma Blom aandacht aan een vraag die haar vaak gesteld wordt: kunnen kinderen met TOS meertalig opgroeien? Is het niet beter als ze maar één taal leren?
In ons onderzoek werken we samen met meertalige gezinnen waarin een of meerdere kinderen de diagnose TOS hebben. Onlangs vertelde een moeder in zo’n gezin dat zij en haar partner vanaf de geboorte van hun zoontje (met TOS) allebei hun moedertaal gebruikten: vader praatte Nederlands en moeder Engels. Voor hen was dit een natuurlijke manier van communiceren en hun zoontje kon zo beide talen leren. Kort voor ons huisbezoek hadden ze hun ‘taalbeleid’ echter vrij drastisch gewijzigd en was de Engelstalige moeder naar Nederlands overgeschakeld.
Deze nieuwe situatie maakte haar nogal ongelukkig. In de vragenlijsten gaf ze aan het helemaal niet fijn te vinden om Nederlands met haar kind te spreken. Engels vond ze daarentegen heel erg fijn. Ook kruiste ze aan dat ze de indruk had dat anderen wilden dat ze meer Nederlands en minder Engels met haar zoontje zou spreken. Wat bleek? De school had geadviseerd om thuis alleen Nederlands te gebruiken, omdat dat beter zou zijn voor de taalontwikkeling van hun zoontje.
Laat ik voorop stellen dat het advies van deze school ongefundeerd is. En hoewel ik weet dat dit soort adviezen gegeven worden, schrik ik van ieder concreet voorbeeld dat voorbij komt. Een groeiend aantal studies – waaronder ook ons eigen onderzoek – laat zien dat kinderen met TOS prima meerdere talen kunnen leren. Natuurlijk hebben ze in al hun talen last van de TOS, maar de meertaligheid maakt hun TOS niet erger. Er is dus geen enkele reden om een kind met TOS maar aan één taal bloot te stellen.
Ook zijn er aanwijzingen dat het schadelijk kan zijn als ouders een taal gebruiken die ze beperkt beheersen. Onderzoek (onder kinderen zonder TOS) laat zien dat blootstelling aan accenten ervoor kan zorgen dat kinderen zich gemakkelijker aanpassen aan verschillende accenten. Dat kan een voordeel zijn. Maar wat onderzoek óók laat zien, is dat taalaanbod van niet-moedertaalsprekers (bijvoorbeeld een Engelstalige moeder die Nederlands praat) de taalontwikkeling van peuters minder goed ondersteunt dan taalaanbod van moedertaalsprekers. Een nadeel dus. Bij kleuters lijkt dit negatieve effect wat minder sterk, maar ook bij hen zien we een samenhang tussen blootstelling aan niet-moedertaalsprekers en een wat minder robuuste taalontwikkeling [1].
Voor het onderzoek heeft het Engels-Nederlandse gezin een dag-lange geluidsopname voor ons gemaakt. Luisterend naar de opname, begrijp ik waarom niet-moedertaalsprekers de taalontwikkeling minder goed ondersteunen. We horen de moeder soms zoeken naar Nederlandse woorden. Ook gebruikt ze zinnen die grammaticaal niet helemaal kloppen (bijvoorbeeld: “omdat wij gaan naar winkels” en “naar heel heel groot winkel”). Uit mijn eigen gezinssituatie kan ik daaraan toevoegen dat mijn kinderen door het Nederlands van hun (Duitstalige) vader het regelmatig hebben over “een plat band”. Wat we zien, is weinig verbazingwekkend: kinderen nemen de taalfouten van hun ouders over.
Daarnaast ligt het voor de hand dat ouders minder flexibel zijn als ze in een taal praten die niet hun moedertaal is, waardoor het lastiger voor hen is om bepaalde stimulerende strategieën te gebruiken. Denk bij deze strategieën bijvoorbeeld aan het uitbreiden of herformuleren van de uiting van een kind. Uitbreiden kun je op allerlei manieren doen, maar het is wel belangrijk om aan te sluiten bij de zone van naaste ontwikkeling. Stel een kindje wijst naar een hond, dan kun je reageren met “Hond”. Als een kindje “Hond” zegt, kan de reactie zoiets zijn als “Kijk eens, wat een grote hond” of “De hond is aan het rennen” als een kindje “Hond rennen” zegt. Herformuleren is een goed idee als een kind een incorrecte zin gebruikt. In dit geval herhaal je de zin maar dan correct.
Het antwoord op de vraag lijkt dus simpel: Een kind met TOS kan meertalig opgroeien. Op dit moment is er in wetenschappelijk onderzoek geen bewijs tegen het gebruik van meer dan één taal in de opvoeding van een kind met TOS. In tegendeel, het lijkt erop dat ouders forceren één taal te spreken soms juist averechts kan werken als ze deze taal minder goed beheersen. Ben je benieuwd hoe je kinderen met TOS kunt helpen? Je kunt de tips hieronder gebruiken als startpunt.
Tips
- Laat ouders zelf kiezen in welke taal ze met hun kind praten. Het is beter als ze een taal gebruiken waar ze zich prettig bij voelen en waar ze zich goed in kunnen uitdrukken.
- Als ouders vragen hebben over hoe ze de taalontwikkeling van hun kind kunnen stimuleren, dan kun je hen informeren. Voordoen en demonstreren is ook een goed idee. Spreek je de taal van ouders niet? Je kan de strategieën ook demonstreren in het Nederlands of in het Engels. We hebben twee filmpjes met voorbeelden toegevoegd aan de bronnenlijst [2,3].
- De taalontwikkeling van kinderen (met of zonder TOS, ongeacht taal) kun je stimuleren door gebruik te maken van uitbreiding en herformulering [4, 5]. Hierbij sluit je aan bij de zone van naaste ontwikkeling van je kind. We hebben twee websites met tips toegevoegd aan de bronnenlijst [6, 7].
- Er zijn steeds meer tweetalige voorleesboekjes te krijgen [8]. Gezamenlijk en interactief voorlezen geeft een boost aan de taalontwikkeling. Als je hierbij ook beide talen betrekt, kun je de ontwikkeling in beide talen stimuleren en verbindingen tussen de talen versterken [9, 10].
Bronnen en verder lezen
- Buac, M., & Kaushanskaya, M. (2023). “The Impact of Non-Native Language Input on Bilingual Children’s Language Skills” Languages 8(4), 277. https://doi.org/10.3390/languages8040277
- Heather Hayworth. (2019, 26 juli). Expanding & Recasting. Van: https://www.youtube.com/watch?v=wD9TTtA3wKE&t=73s
- Elma Blom. (2023, 14 april). Filmpje taalverwerving. Van: https://www.youtube.com/watch?v=Ut9sxJA1kYw
- Cleave, P. L., Becker, S. D., Curran, M. K., Van Horne, A. J., & Fey, M. E. (2015). The efficacy of recasts in language intervention: a systematic review and meta-analysis. American journal of speech-language pathology, 24(2), 237–255. https://doi.org/10.1044/2015_AJSLP-14-0105
- Paul, R., & Norbury, C. (2012). Language disorders from infancy through adolescence: listening, speaking, reading, writing, and communicating (4th). St. Louis, Missouri: Mosby.
- (2024). Peuter. Taal: de eerste gesprekjes. Van: https://www.nji.nl/ontwikkeling/spraak-taalontwikkeling
- Movisie (2023, 30 september). Taal in het gezin: wat werkt volgens de experts? Van: https://www.movisie.nl/artikel/taal-gezin-wat-werkt-volgens-experts
- Verkuyl, H. (2023). Tweetalige kinderboeken. Van: https://kinderboekeninanderetalen.nl/index.php/tweetalige-kinderboeken/
- Bosma, E., Bakker, A., Zenger, L., & Blom, E. (2023). Supporting the development of the bilingual lexicon through translanguaging: a realist review integrating psycholinguistics with educational sciences. European journal of psychology of education, 38(1), 225-247.
- Peña, E.D. & Bedore, L.M. (2024, 13 maart). Books provide full language story to bilingual students with DLD. Van: https://leader.pubs.asha.org/do/10.1044/leader.SCM.29032024.slp-schools-bilingual-dld.34/full/
Gerelateerde blogs
https://earlyyearsblog.nl/2019/10/18/wat-is-tos-en-hoe-herken-je-het-bij-jonge-kinderen/
https://earlyyearsblog.nl/2023/11/10/taalaanbod-thuis-bij-peuters/