Blog
Hoe stimuleer je het begrijpend luisteren al bij jonge kinderen?
Door Gusta Schreiner en Ruth Heuvelman
Verschillende manieren van voorlezen
Voorlezen kan op verschillende manieren, ‘gewoon’ voorlezen, interactief voorlezen en hardop denkend voorlezen. Bij ‘gewoon’ voorlezen leest de leerkracht het verhaal voor aan de kinderen, de kinderen zijn stil en luisteren. Bij interactief voorlezen stimuleert de leerkracht de interactie tussen de leerkracht en de leerlingen en geven zij samen betekenis aan de tekst. Tijdens het interactief voorlezen hebben de kinderen een actieve rol. De leerkracht stelt tijdens het voorlezen vragen en geeft de kinderen veel ruimte voor eigen inbreng om op het boek en op elkaar te reageren. Bij hardop denkend voorlezen onderbreekt de leerkracht het lezen af en toe door hardop denkend voor te doen (modeling) welke strategie de leerkracht zelf gebruikt om de tekst te begrijpen en hoe zij betekenis verleent aan de tekst.
Begrijpend luisteren bij jonge kinderen
De basis van het begrijpend lezen wordt gelegd bij het begrijpend luisteren. Begrijpend luisteren is een proces waarbij kinderen actief luisteren en meedenken over een voorgelezen verhaal of (informatieve) tekst. Kinderen geven hierbij betekenis aan een verhaal of tekst en denken na over de inhoud ervan. Bij zowel begrijpend luisteren als begrijpend lezen wordt een beroep gedaan op dezelfde belangrijke taal-en denkvaardigheden, zoals: voorspellen, redeneren, verbanden leggen binnen en buiten de tekst. Ook verbinden kinderen hun aanwezige kennis aan nieuwe informatie en breiden zo hun kennis verder uit. Zo wordt er gebouwd aan de basis voor tekstbegrip en profiteren ze daar in de hogere groepen, wanneer ze zelf teksten lezen, aanzienlijk van. Vanzelfsprekend wordt dit in de loop van de basisschool op een steeds hoger niveau en steeds zelfstandiger toegepast. Het belangrijkste verschil is dat kleuters vooral op een speelse manier, passend bij het leren in de onderbouw, kennis maken met de strategieën die horen bij begrijpend luisteren.
Hardop denkend voorlezen effectief bij begrijpend luisteren
Leerkrachten kunnen begrijpend luisteren van kleuters op verschillende manieren stimuleren, bijvoorbeeld door het stellen van vragen op verschillende niveaus, zoals: Over welk dier gaat het verhaal? Waar is …? Wat is het verschil tussen … en … ? Hoe komt het dat …? Wat zou … kunnen doen om …? en ook door ‘hardop denkend voorlezen’. Uit onderzoek [1] blijkt hardop denkend voorlezen heel effectief om begrijpend luisteren en later begrijpend lezen te stimuleren. Door hardop denkend voor te doen hoe de leerkracht zelf vragen beantwoordt om de tekst te begrijpen en hoe ze strategieën inzet, neemt de leerkracht de kinderen mee in haar denkproces. Daarna is het de beurt aan de kinderen. Zo leren kinderen voorspellingen te doen, deze al luisterend bij te stellen en verbanden te leggen in de verhalen en informatieve teksten.
Hardop denkend voorlezen in de praktijk
Binnenkort zijn er weer de Nationale Voorleesdagen. Dit jaar is ‘Moppereend’ het prentenboek van het jaar. Laten we eens kijken hoe je bij het prentenboek Moppereend hardop denkend voorlezen kunt inzetten. In het voorbeeld hieronder van hardop denkend voorlezen zie je dat de leerkracht die voorleest, bewust kiest waar in de tekst hardop denken wordt ingezet.
Voorleestekst uit Moppereend | Hardop denkend voorlezen bij Moppereend door de leerkracht
|
Eend was mopperig. De vijver was opgedroogd, dus ze kon niet zwemmen.
En ze had niemand om mee te spelen. |
Eend was niet zo blij. Ik weet dat eenden graag zwemmen in het water. Maar ik zie geen water in de vijver. Dus ik denk dat eend daarom mopperig is.
Ik zie dat eend niet blij is. Ik denk dat ze alleen is. Ze wil met iemand spelen. Ik denk dat ze vrienden gaat zoeken die met haar willen spelen. Vraag aan de kinderen: Steek je duim omhoog als je denkt dat eend vrienden gaat vinden. En je duim naar beneden als je denkt dat eend geen vrienden vindt. Duim half als je het niet weet. |
Het belang van het gebruik van informatieve teksten en andere tekstsoorten bij kleuters
Vaak denken we dat kleuters liever luisteren naar een prentenboek over een eend en haar emoties dan naar een informatieve tekst over eenden, dieren of bijvoorbeeld emoties. En dus wordt vaak zo’n informatieve tekst vermeden en niet gelezen met kleuters. Terwijl kleuters juist informatieve teksten en boeken vaak ook heel interessant vinden. We lezen zo’n tekst met de kleuters om zo meer te weten te komen over een onderwerp. Dit biedt volop kansen om in gesprek te gaan en verbanden te leggen. Informatieve teksten dragen dan ook bij aan het uitbreiden van de kennis van de wereld om hen heen en daarmee ook aan de uitbreiding van de woordenschat. Ook andere tekstsoorten kunnen goed ingezet worden voor begrijpend luisteren. Een recept voor pannenkoeken, een uitnodiging voor een feest, een e-mail of een brief van bijvoorbeeld een makelaar (bij thema Hier woon ik) zijn voorbeelden van zulke andere tekstsoorten. Kinderen krijgen hierdoor ook begrip voor andere tekstsoorten dan alleen verhalen. Ik wil koekjes bakken, dus pak ik een kookboek. Ik lees een uitnodiging. Ik lees wanneer, waar en hoe laat het feestje is.
Zowel bij informatieve teksten als deze andere tekstsoorten is het belangrijk voor het tekstbegrip dat de leerkracht hardop denkend voorleest en zo voordoet en model staat bij het lezen van de teksten en het leggen van verbanden in de tekst, samen met de kleuters. Welke tekstsoorten zou je in een komend thema kunnen gaan inzetten om het begrijpend luisteren te stimuleren?
Luisterplezier en werken aan begrijpend luisteren kunnen prima naast elkaar bestaan. Niet meer, maar bewuster voorlezen, dat werkt!
Tips voor informatieve boeken naar aanleiding van het prentenboek Moppereend:
- Willewete – Zo voel ik mij – Pierre Winters
- Het dikke boek van alle bijzondere dieren – Ben Hoare
- Willewete – De grootste, de gevaarlijkste en andere bijzondere dieren – Jozua Douglas
[1] De ontwikkeling van begrijpend lezen: oorzaken van succes en falen vanuit een cognitief perspectief. Anne Helder, Astrid Kraal en Paul van den Broek, 2015