Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

door
Mehrnaz Tajik

Spel stimuleren vanuit de speelwerelden bij kinderen vanaf 2 jaar

In het blog Spel stimuleren vanuit de spelwerelden voor kinderen tot 2 jaar maakte je kennis met de speelwerelden van Edith Vermeer. Daarin las je over de eerste twee speelwerelden en de materialen die daarbij aansluiten: de lichamelijke speelwereld en de hanteerbare speelwereld. In dit blog lees je meer over de volgende twee speelwerelden: de esthetische wereld en de illusieve wereld.

Spel stimuleren: Verkennen, Verbinden en Verrijken

Tijdens het meespelen kun je het spel ondersteunen, stimuleren, de kinderen met elkaar verbinden en woorden geven aan wat de kinderen doen. De didactiek van de 3 V’s, Verkennen, Verbinden, Verrijken, is een goede aanpak om het spel te ondersteunen en stimuleren [5]. Wanneer je het spel wilt stimuleren en verrijken, kijk je goed in welke speelwereld het kind zit en bied je materialen en spel aan dat aansluit bij de speelwereld. Op die manier bied je verrijking in de zone van naaste ontwikkeling.

 

Door aan te sluiten bij de speelwereld van het kind, kan het kind veel ervaring op doen met de speelwereld waarin het zit.

 

Het is belangrijk dat we kinderen stimuleren en nooit forceren naar de volgende fase. Dat doe je bijvoorbeeld door het kind (baby, dreumes, peuter of kleuter) herhaling te bieden door variatie met hetzelfde soort spel. Bijvoorbeeld wanneer het kind aan het oefenen is met stapelen, geef je het kind veel gelegenheid om dit te doen met verschillende materialen. Bijvoorbeeld met blokken, maar ook met bekers, borden, houten schijven, schoenendozen… Door aan te sluiten bij de speelwereld van het kind, kan het kind veel ervaring op doen met de speelwereld waarin het zit.

De speelwerelden van Vermeer vanaf 2 jaar

In het blog over de speelwerelden van kinderen tot twee jaar las je over spel in de lichamelijke en hanteerbare wereld. We vervolgen hier de speelwerelden van kinderen vanaf twee jaar.

Wil je het liever op een beeldende manier kennismaken met de speelwerelden?  Kijk dan dit filmpje. Hier legt Margot Wouterse de speelwerelden helder en beeldend uit. 

 

3. Spel in de esthetische wereld (vanaf ongeveer 2 jaar)

Spelend vormen, spelend bouwen, spelend construeren. In deze speelwereld gaat het kind meer ordening aanbrengen in de materialen. Het kind legt voorwerpen op een rij naar kleur of grootte of in een bepaalde volgorde. Het kind stopt ook bijvoorbeeld dieren in de hokjes, maar speelt nog geen verhaal ermee. Het draait in deze speelwereld nog om het mooi maken, het netjes neerzetten en het bouwen. Het kind begint vaak ook te benoemen wat het maakt of waarom de dieren bij elkaar moeten staan. “Mama en kindje. Bij elkaar.” Deze manier van spelen sluit aan bij de cognitieve ontwikkeling van kinderen op deze leeftijd. Het oefenen met ordenen helpt hen om de wereld om hen heen en volgordes in situaties te leren begrijpen. Ook helpt het hen om volgordes in hun eigen handelen aan te brengen. Dat zie je bijvoorbeeld wanneer kinderen zelf routes of parcoursen gaan bouwen en benoemen: ‘Eerst ga ik hier overheen, dan daar langs…’ Dit spel is daarmee een belangrijke eerste stap in de ontwikkeling van zelfregulatie.

Imitatiespel. Het imitatiespel is het naspelen van een situatie die het kind in werkelijkheid heeft gezien, maar het maakt nog niet een echt verhaal [3]. Bijvoorbeeld: bellen met een speelgoedtelefoon, een pop uitkleden en in bad doen, dieren eten geven, speelgoedgroenten in de pan doen en roeren. Losse fragmenten uit de echte wereld worden nagespeeld en herhaald.  Imitatiespel is een belangrijk voor de ontwikkeling van empathie en sociaal gedrag, omdat kinderen hiermee oefenen met zich inleven in situaties en in andere mensen.

Aansluiten bij deze speelwereld:

  • Materialen voor beginnend rollenspel. Bijvoorbeeld: een oude of speelgoed telefoon, echte pannen en spatels, gereedschappen om mee te klussen of een fiets te repareren, dieren en poppen en alles om te verzorgen, slingers en een speelgoedtaart, etc.
    Denk ook aan echte materialen en materialen uit verschillende culturen. De huishoek hoeft ook niet altijd een huishoek te zijn, maar richt de hoek ook eens in als bakkerswinkel, fietsenmaker, kaaswinkel, dierentuin, etc. Lees dit blog voor meer ideeën voor interculturele materialen en activiteiten. 
  • Omdat de kinderen nog zo omdat de kinderen nog geen verhalen, maar losse stukjes (fragmenten) naspelen, is het mooi als de materialen thematisch worden aangeboden. Dan maakt het kind makkelijker de verbinding tussen de fragmenten. Het spel bestaat dan wel uit losse handelingen, maar doordat de materialen bij hetzelfde thema horen, wordt het meer een spelverhaal.
  • Ook prentenboeken of een spelscript kan houvast bieden voor het kind. Op het spelscript staan foto’s of plaatjes met dingen die het kind kan doen bij het spelverhaal. Bijvoorbeeld: tafel dekken, de taart bakken, kaarsjes op de taart, poppen of kinderen rond de tafel, zingen, kaarsjes uitblazen, taart snijden en opeten. In deze fase houdt het kind misschien nog geen volgorde van handelingen aan. Je kan ook de pagina’s van een prentenboek kopiëren en ophangen in de themahoek. Dat is gelijk een mooi spelscript.
  • Verschillende soorten materialen die geordend kunnen worden naar kleur, vorm, grootte.
  • Verschillende materialen om te bouwen. Denk ook eens aan ongebruikelijke materialen, zoals blikken en cd’s of buizen of sponzen. Lees dit blog voor meer ideeën voor de bouwhoek. 

 

4. Spel in de illusionaire/ illusieve Wereld (vanaf ongeveer 3 jaar)

Een kind dat in deze speelwereld speelt, maakt nu echt spelverhalen. Het zijn geen losse handelingen meer of losse fragmenten. Er is een verhaal dat het kind bedacht heeft en uitspeelt. Een kind bedenkt bijvoorbeeld hele scènes, wanneer het met het poppenhuis aan het spelen is [2]. In het fantasiespel gebruikt en toont het kind zijn belevingswereld. Dit spel laat de volwassenen zien wat er bij het kind leeft en hoe het ervaringen verwerkt. [3]

Aansluiten bij deze speelwereld:

  • Kinderen die spelen in de illusieve wereld gaan meer in een rol dan bij imitatiespel. Verkleedkleding kan een mooie uitnodiging zijn om invulling en verdieping te geven aan de rol.
  • Prentenboeken geven kinderen nieuwe ideeën voor spelverhalen. Speel met de kinderen de verhalen in het boek na.
  • Spelscripts geeft kinderen visuele houvast. Een spelscript maakt het voor kinderen ook makkelijker om samen te spelen, omdat ze allemaal het spelverhaal kennen. Anderstalige kinderen kunnen zo ook makkelijker aansluiting vinden.
  • Geef kinderen beelden en informatie uit de volwassenwereld. Denk aan informatieve boeken of tijdschriften die bij het thema passen in de leeshoek. En hang foto’s van de wereld buiten de groep in de bouwhoek of gebruik ze bij beeldende activiteiten. [6]

In het blog Hoe creëer je  een rijke talige speelleeromgeving in je groep? staan mooie voorbeelden van hoe je een spelverhaal tot leven brengt en de fantasie van de kinderen prikkelt.

Vraag jezelf af

Wanneer je merkt dat een kind ‘niet goed speelt’, ga dan goed observeren. Vraag jezelf af:

  • Welke speelwerelden speelt het kind?
  • Heeft het kind voldoende, te weinig of te veel uitdaging?
  • Passen de materialen bij de speelwereld van het kind?
  • Kan ik de hoeken zo inrichten zodat kinderen van verschillende speelwerelden kunnen spelen?
  • Kan het kind voldoende zijn energie kwijt?
  • Heeft het kind voldoende vaardigheden om samen te spelen? Of heeft het kind hier een houvast en begeleiding bij nodig?
  • Heeft het kind voldoende houvast om tot spel te komen en zelfstandig te spelen? Kan een spelscript visuele ondersteuning geven?

Bronnen

[1] Vermeer, E. (1972). Spel en spelpedagogische problemen. Utrecht: Bijleveld.

[2] Poel, L. van der & Blokhuis, A. (2008). Wat je speelt ben je zelf. Over spel en spelbegeleiding. Met specifieke aandacht voor mensen met een verstandelijke beperking. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

[3] Heuvel, W. van den (2017). Spelsignalen in de niet-speelwereld. HJK (9).

[4] Heuvel, W. van den (2017). Een kind speelt niet echt of echt niet. HJK (3).

[5] Haan, D. de (2012). Verkennen, verbinden, verrijken: didactiek van een goede interactie met jonge kinderen. Hogeschool Inholland/Universiteit Utrecht.

[6] Boland, A. & Seters, A. van (2014). Tien Tips voor de Speelleeromgeving. Speleon, Hogeschool iPabo. https://www.ipabo.nl/upload/publicaties/lectoraat%20jonge%20kind/Tien%20tips%20voor%20de%20speelleeromgeving.pdf