Logo Universiteit Utrecht

Early Years blog

Early Years blog

Blog

Een goede start op de basisschool: wat kun je er aan doen?

“Laatst waren we voor een observatie van voorschoolse educatie in een kindcentrum. De peutergroep bevond zich in dezelfde vleugel als de onderbouwgroepen 1, 2 en 3 van de basisschool. Tijdens de observatie gingen een paar oudste peuters (> 3,5 jaar) voor een poosje spelen met de kleuters. Op de gezamenlijke gang en in de hoeken van het kleuterlokaal – en onder begeleiding van een pedagogisch professional. De peuters speelden er lekker op los en hadden zichtbaar een heerlijke tijd. Omgekeerd kwamen op een ander moment van de week de jongste kleuters nog wel eens meespelen met de peuters. Zie hier slecht één voorbeeld van een activiteit waarmee de start op de basisschool voor jonge kinderen soepeler kan worden gemaakt.” – Gastbloggers IJsbrand Jepma & Karin Vander Heyden

Start van de basisschool

Jaarlijks beleven in Nederland zo’n 150.000 kinderen hun eerste schooldag. Bij wet is geregeld dat kinderen bij 4 jaar naar de basisschool mogen. In andere landen is dit eerder of juist later, afhankelijk van de inrichting van het stelsel. Wereldwijd is 6 jaar de meest voorkomende leeftijd waarop de basisschool begint. Kinderen gaan hier in Nederland dus vrij vroeg naar school. Daarnaast hanteren we een zogeheten ‘doorlopende instroom’: op het moment dat kinderen 4 jaar worden, gaan ze naar school. Er zijn landen die een zogeheten ‘cohort-instroom’ toepassen: daar beginnen groepjes kinderen op één en hetzelfde moment. Alle kinderen die in een jaar 6 worden beginnen bijvoorbeeld tegelijk na de zomervakantie. Dit kan ook een aantal vaste momenten in het jaar zijn, bijvoorbeeld na elke vakantieperiode (zomervakantie, kerstvakantie en voorjaarsvakantie).

Het is goed om je te realiseren dat de start op de basisschool geen eenmalige gebeurtenis is. Het is een proces met drie fasen[1]: 1) ontkoppeling van de voorschoolse voorziening of thuis, 2) de overgang zelf en 3) de inpassing in de structuur, cultuur, werkwijze en taal van de school. Idealiter bestaat het proces uit een set van geplande activiteiten die gezamenlijk worden uitgevoerd door alle betrokkenen. Daarmee kan de start op school succesvol worden gemaakt voor zowel de kinderen, gezinnen als professionals. Om de start op de basisschool voor de kinderen dus goed te laten verlopen is het nodig voor alle fasen aandacht te hebben [2].

Problemen tijdens de start

De start markeert een grote stap in het leven van jonge kinderen. Misschien heb je er zelf nog wel actieve herinneringen aan. Veruit de meeste kinderen maken deze stap moeiteloos. Eventuele problemen zijn vaak tijdelijk: kinderen ervaren rondom de transitie naast opwinding en plezier ook wat spanning en onzekerheid, bijvoorbeeld omdat ze nieuwe leerkrachten en kinderen moeten leren kennen en de rituelen en regels eigen moeten maken. Geschat wordt dat tussen de 10 en 20 procent wat grotere en langduriger problemen heeft met de start, en bijvoorbeeld een tijdelijke terugval in gedrag laat zien. Dit treft met name kinderen die geen enkele voorschoolse voorziening hebben bezocht (‘absolute beginners’), kinderen uit de doelgroep van voor- en vroegschoolse educatie, kinderen met extra ondersteuningsbehoeften/beperkingen en (vroegrijpe) kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.

Oorzaken en verklaringen

Oorzaken en verklaringen voor een al dan niet soepele start in het basisonderwijs zijn te vinden in de verschillende opvoedingscontexten rondom een kind en de interacties daartussen. We onderscheiden: 1) de aansluiting tussen thuis en basisschool, 2) de aansluiting tussen voorschoolse voorziening en basisschool en 3) de aansluiting van basisschool bij ontwikkelingsbehoeften van jonge kinderen. Hier willen we vooral aandacht vragen voor het tweede punt. Dus wat kinderopvang en basisonderwijs samen kunnen oppakken om kinderen een flitsende start te geven. De grootste uitdaging ligt hem in het feit dat kinderen in Nederland op 4-jarige leeftijd naar school gaan. Ontwikkelingspsychologisch gezien is dit “onhandig”: het zorgt voor een breuk in het pedagogisch-didactische aanbod midden in de ontwikkelingsperiode van het jonge kind (2 tot 6 jaar).

Oplossingen

Een goede aansluiting tussen voorschoolse voorziening en basisschool kan op allerlei manieren worden gestimuleerd. We noemen hieronder slechts een beperkt aantal.

  • Speciaal programma en activiteiten voor de geleidelijke ingroei van kinderen. Onderdeel hiervan is onder meer een ritueel afscheid van de kinderopvang. Ook een warme overdracht van kinderen in een driegesprek met professionals van voorschoolse voorziening en basisschool en ouders hoort hierbij. Daarnaast bieden een intakegesprek op de basisschool, een huisbezoek door de nieuwe leerkracht en wen-/startactiviteiten voor kind en ouders (rondleiding, bijwonen van les, geleidelijke wenperiode etc.) goede kansen om een fijne start op school te kunnen maken.
  • Partnerschap met de ouders. Ouders actief betrekken en een rol geven bij de start, een warm welkom heten, ontvangen in de eigen taal en cultuur (open staan voor meertaligheid en gebruik maken van hún kennisbronnen in de thuissituatie) geeft hun bij de start een ‘sense of belonging’, ofwel er graag bij willen horen. Dit werkt door op het gedrag van de kinderen.
  • Afstemming en samenwerking. Als kinderopvang en basisonderwijs inhoudelijk samenwerken, een doorgaande lijn in aanbod, pedagogiek en didactiek realiseren vanuit een gezamenlijke kindvisie (zowel in pedagogisch beleidsplan als schoolplan uitgewerkt), dan draagt dit eveneens bij een soepele start op school.
  • Gemengde peuter-/kleutergroepen. Dergelijke groepen kunnen een bijdrage leveren aan een soepele start op school, mits het aanbod aansluit bij de ontwikkelingsbehoeften van alle kinderen en de bandbreedte in leeftijd niet al te groot is. Als er 3-, 4- én 5-jarigen op een groep zitten, profiteren de oudste kinderen vaak minder van het aanbod.
  • Groepsgrootte. Ook het maximeren van de groepsgrootte kan een bijdrage leveren aan een betere start op school. In kleinere klassen heeft de leerkracht veel meer tijd en mogelijkheden voor observatie en interactie met individuele of groepjes kinderen. Huidige kleutergroepen zijn vaak te groot en hebben bovendien geen dubbele bezetting, wat de start op school kan bemoeilijken.

 

Tot slot, jonge kinderen hebben recht op een goede start op de basisschool. De professionals uit kinderopvang en basisonderwijs spelen hierbij een grote rol. Hoe helpen jullie de kinderen om deze stap te maken?

Bron
[1] Corsaro, W. A., & Molinari, L. (2005). I compagni: Understanding children’s transition from preschool to elementary school. New York, NY: Teacher College Press

[2] Jepma, IJ., & Vander Heyden, K. (2022). Verbeteren start in het basisonderwijs. Een wetenschappelijk kader. Sardes in opdracht van het ministerie van OCW.